Purros. Een plaatsje in het afgelegen wilde noordwesten van Namibië. Even buiten het dorp staan we op een plekje aan de droge rivierbedding. De zon is bijna onder en legt een oranje gloed over de bergen in de verte. In het laatste zonlicht steken twee woestijnolifanten de rivierbedding over. Ze lopen geruisloos door het diepe zand en verdwijnen even later tussen de bomen aan de overkant. Sommige momenten van deze reis zullen ons voor altijd bijblijven.
In de afgelopen weken zijn er wel meer van dat soort momenten geweest. Want reizen door Namibië is je overgeven aan de grootsheid, aan de onaardse landschappen, aan de prachtige dieren en aan de leegte. Vaak komen we woorden tekort om te beschrijven wat we zien, om te beseffen waar we zijn. Maar ik begin waar we bij de vorige blog zijn geëindigd, in het Duits aandoende kustplaatsje Swakopmund.
Medewerker van de maand
In Swakopmund brengen we de auto naar de Toyota-garage voor verse olie en een technische check, na alle ontberingen die onze arme auto heeft doorstaan. Ze proberen ons nog wat filters aan te smeren die we niet nodig hebben, maar dat zit ingebakken in het DNA van de gemiddelde autodealer. Helaas blijft het daar niet bij. De onderplaat van de motor is niet zo best meer en rammelt, dus ze halen het ding eraf met de mededeling dat ze geen nieuwe kunnen bestellen. Ik vraag of ze dan in ieder geval de oude terug kunnen zetten, want iets is beter dan niets om de motor te beschermen tegen opspattende stenen. Maar de monteur is het niet met me eens. Hij laat me de plaat zien om me te overtuigen dat het echt een prul is. Ik vraag of hij een betere oplossing heeft, maar het blijft stil. Met tegenzin schroeft hij het ding weer terug en sneert als ik wegrij: “Good luck with your plate”.
Een paar dagen later, als we weer over een stuiterweg rijden, hoor ik gerammel onder de auto vandaan komen en blijkt dat de plaat met slechts drie van de vier bouten is vastgezet. Daardoor klappert de plaat heen en weer waardoor hij inderdaad snel aan zijn eind zal zijn. Point taken, meneertje de monteur. Jij wordt vast en zeker de volgende medewerker van de maand. Later blijkt ook nog dat er ‘opeens’ allerlei boutjes van de spatborden ontbreken, waardoor we die bijna verliezen onderweg.
Zandhappen
Na Swakopmund rijden we een stukje terug, naar het plaatsje Walvisbaai. Op deze plek eindigen de tientallen meters hoge zandduinen van de Namibwoestijn in de zee. Elk jaar wordt Namibië een stukje groter, doordat de duinen richting de zee bewegen. Onder het eindeloze zand liggen verschillende scheepswrakken die zijn opgegeten door de woestijn. Met een groepje andere auto’s en een gids rijden we het gebied in. We zouden het ook op eigen houtje kunnen doen, maar als je vast komt te zitten komt niemand je halen. Er zijn in het verleden al meerdere auto’s in de zee verdwenen, omdat ze niet op tijd weg konden komen.
Het is een fantastische middag, waarbij we ons voor even Dakar-rijders voelen. Zover we kunnen kijken zijn er zandduinen met daarachter de zee. We passeren smalle strookjes strand, waar de golven van de zee overheen spoelen en soms even moeten wachten tot het water weer weg is. We rijden enorme zandduinen op en af, soms wel met 45 graden omlaag. We eindigen op de plek waar we gevangen zitten tussen de zee en de woestijn, waar we niet meer verder kunnen rijden omdat er geen strand meer over is. Hier eindigen de hoge duinen direct in de zee, een indrukwekkend gezicht.





Rijden door zandduinen bij Walvis Bay
Spitzkoppe
We laten de kust achter ons en rijden vervolgens naar Spitzkoppe. Hier liggen grote, gladde rotsen als enorme olifantendrollen in het vlakke landschap. We beklimmen er paar, zodat we 360 graden uit kunnen kijken over de omgeving. ’s Avonds kamperen we tussen de stenen. Als het licht van het kampvuur tegen de rotsen weerkaatst en we boven ons hoofd ontelbaar veel sterren zien, beseffen we maar weer eens wat een bijzondere reis we aan het maken zijn. Dit zijn herinneringen voor het leven.
De dagen erna trekken we verder de regio Damaraland in. Tankstations en winkels worden schaarser en bepalen onze route. In de dorpjes die we passeren leven mensen in barre omstandigheden. Er groeit in deze woestijngrond niets en de enorme droogte van de afgelopen jaren heeft bijna al het vee weggevaagd. Dat mensen rondom het enige tankstationnetje in de wijde omgeving staan te bedelen voor geld en eten is niet vreemd, maar het blijft ingewikkeld. Bedelen is nooit een oplossing, maar wat wel in deze omgeving? Wij weten het ook niet.
Hoogste berg
De hoogste berg van Namibië is onderdeel van het gebied Brandberg, een verzameling van versmolten bergen die verloren in het landschap liggen. Van honderd kilometer afstand zien we het massief al liggen in het vlakke land. We maken een ‘rondje’ eromheen, via jeepsporen die door droge rivierbeddingen leiden en paadjes met scherpe stenen die over de heuvels slingeren. Onderweg bezoeken we de Messum-krater, weer zo’n onaardse plek. Ik kan planeten blijven opnoemen om te omschrijven wat we zien, Mars zou in dit geval een goede zijn, maar eigenlijk zijn er geen woorden voor. Vanaf een rots die in het midden van de krater ligt kijken we uit. Ademloos staan we te kijken. Zo moet de aarde eruit zien als je het bovenste laagje eraf pelt.













Boog bij Spitzkoppe | Uitzicht vanaf de rotsen | Kamperen tussen de Spitzkoppe | Brandberg | Kamperen in de rivierbedding | Messum Crater
Op de camping die avond hakken we eindelijk de knoop door over een reisplannetje waar we al weken mee worstelen. Ik wil graag naar Kaokoland, het afgelegen noordwesten van Namibië, maar Ellemieke ziet het niet zitten omdat het iets teveel off the grid is. We bereiken een compromis: we reizen een stukje het gebied in en gaan vanuit het dorpje Purros de omgeving ontdekken. Voor een volledige trip door het gebied zouden we meer dan een week uit moeten trekken, omdat de wegen nauwelijks begaanbaar zijn. Jeepsporen voeren door zanderige rivierbeddingen en over eindeloze vlaktes. Het grootste deel van Kaokoland is niet te bereiken zonder stevige terreinwagen, maar die hebben we gelukkig bij ons. In een paar dagen reizen we naar Purros, maar de laatste honderd kilometer zijn vreselijk. We stuiteren urenlang over wasbordweggetjes waarvan je de ribbels vanuit een vliegtuig waarschijnlijk nog kan zien. We passeren stoffige dorpjes waar we wat nog wat proviand bij elkaar sprokkelen, ver voorbij het punt waarop we nog verse producten kunnen kopen. We vullen de brandstoftankjes op het dak, want diesel kunnen we voorlopig niet meer krijgen. Dit stuk van Namibië is daarvoor te ver afgelegen. We zien het landschap veranderen. Leeg wordt leger, droog wordt droger. Dit is Namibië in het kwadraat. Uiteindelijk bereiken we de community-camping in de buurt van Purros.
Woestijnolifanten
Koakoland is de plek waar de laatste woestijnolifanten ter wereld leven. Als we aankomen op de camping zien we pootafdrukken van hun laatste bezoek in het zand staan. Dit is geen plek waar hekken staan, maar waar mensen en dieren door elkaar leven. De volgende dag trekken we het gebied in, we volgen de rivierbedding en wandelen of rijden hier en daar een heuvel op om uit te kijken. Wat is dít een bizar landschap. Alsof een enorme reus allemaal stukjes aarde van over de hele wereld naast elkaar heeft neergekwakt. Zandduinen, palmenoases, bergen, rivierbeddingen en kraters lopen in één panorama in elkaar over. We zien giraffes en woestijnolifanten lopen in de rivierbeddingen, waar op sommige plekken nog wat water in staat.
Als we terugkomen op het campinkje staan er twee olifanten op de plek naast die van ons. We besluiten om op een afstandje te wachten tot Jumbo en zijn vriendje uitgescharreld zijn. We zien hoe een van de olifanten onze plek oploopt, waar hij naast onze tafel en stoelen gaat staan en probeert om water uit het kraantje te halen. Met zijn slurf slaat hij tegen een van onze handdoeken aan, die daarna een mooie afdruk heeft. Gelukkig blijft alles verder heel en kunnen we na een uurtje terug naar ons plekje. De zon is dan al aan het zakken en Ellemieke blijft angstvallig de bosjes in turen om te kijken of de olifanten niet terugkomen. Dat doen ze wel, maar op iets meer afstand. Terwijl hun grijze huid bijna roze oplicht van de laatste zonnestralen lopen ze geruisloos voor onze neus voorbij door de rivierbedding. We kijken ademloos toe vanuit onze campingstoelen. Wát een moment.








Luifel van de tent opzetten | Campingplekje bij Purros | Het landschap van Kaokoland | Olifant op onze campingplek | Olifanten in de rivierbedding
Ontbijt
Het verhaal van de olifant is nog niet ten einde, want de volgende ochtend staan de twee zwaargewichten vijftig meter verderop in de bosjes hun ontbijt op te peuzelen. Even daarvoor zagen we in het ochtendlicht vanuit onze daktent al een kudde giraffes voorbijlopen. Het is de voorbode van weer een prachtige dag. We rijden door een bizar landschap naar een uitzichtspunt, waar we uitkijken over de Skeleton Coast tot aan de Atlantische Oceaan. Weer schieten woorden tekort om te beschrijven wat we zien en de foto’s waarschijnlijk ook. Het is onwerkelijk, niet te bevatten en vooral prachtig.
Op de terugweg nemen we een omweg door de Hoarusib-kloof, waar een jeepspoor langs en door de rivier leidt. Opeens rijden we door een groene oase en Ellemieke is blij is dat ze eindelijk weer wat groen ziet. Ondertussen vermaak ik me prima met het cruisen door de rivier en het zand. De volgende ochtend nemen we afscheid van Kaokoland en blijkt dat de olifanten ’s nachts ook nog even gedag hebben gezwaaid. Op slechts een meter van het trappetje van onze tent staan verse pootafdrukken…








Special guest
Terug in de bewoonde wereld scoren we meteen vers brood en groenten. En laten we de motorplaat provisorisch vastzetten, want de juiste bout is nergens te krijgen. Even later op de camping ontmoeten we Joseph, de bewaker die ’s nachts een oogje in het zeil houdt. We raken aan de praat en ik vraag hem hoe het leven hier is. Joseph vertelt dat hij voor een hongerloontje zeven nachten per week moet werken. Van het salaris dat hij verdient blijft na de aftrek van de elektriciteits- en waterrekening bijna niets over. Boodschappen zijn duur, want moeten van ver komen. Hij gaat regelmatig zonder avondeten naar zijn werk. Later op de avond nodigen we hem uit om met ons mee te eten. Als wij een lepel minder opscheppen hebben we genoeg voor drie en het is een kleine moeite. Hij grijpt de uitnodiging met beide handen aan. Je begrijpt dat we nog nooit zo’n goed beveiligd campingplekje hebben gehad…
Na een regel- en wasdagje vertrekken we richting het Etosha National Park. De route er naartoe voert door vlakke weides, met goudgeel gras, acaciabomen en termietenheuvels. Etosha ligt rondom een enorme zoutpan en is zo plat als een pannenkoek. In dit 22.000 vierkante kilometer grote park leven zo’n beetje alle grote dieren die je op het Afrikaanse continent kunt tegenkomen. We zijn er drie dagen en zien honderden zebra’s, enorme kuddes springbokken en impala’s, kudu’s en gnoes. We zien giraffes die statig voorbijlopen met op de achtergrond de bijna lichtgevende zoutvlakte, olifanten die voor onze neus oversteken en neushoorns die ’s avonds bij de waterpoel komen drinken. In de buurt van de campings in het park zijn de poeltjes in het donker een beetje verlicht, waardoor we kunnen zien hoe neushoorns, olifanten, hyena’s en giraffes hun nachtdorst komen lessen.














Etosha National Park
Eindelijk weer een stad
Na drie prachtige dagen in Etosha rijden we verder naar het oosten. We zitten nu in Tsumeb, een stad met bouwmarkten, een Toyota-garage en andere werkplaatsen. We laten de onderplaat van de Land Cruiser nu goed vastzetten, maar inmiddels is hij te ver gescheurd om het de rest van de reis uit te houden. De werkplaatschef verwijst ons door naar een metaalbewerker, die voor ons een stevige plaat op maat maakt. Ook loop ik alle bouten en schroeven van het dakrek en de tent na, want er komen soms vreemde geluiden vanaf.
Omdat Tsumeb de enige stad van betekenis in de wijde omgeving is en op de route ligt tussen Etosha en de Caprivi-strook in het noordoosten van Namibië, komen hier veel overlanders. Eerder in Swakopmund hebben we een gezellige avond geborreld en gegeten met Stijn en Daphne, die de afgelopen tijd half Afrika hebben doorkruist. Hier in Tsumeb zien we voor eerst in weken weer Europese kentekens. Met Engelsen en Duitsers wisselen we rond het kampvuur reisverhalen en reistips uit.
Vandaag hebben we nog een wasdagje in Tsumeb, voordat we de droogte achter ons laten en naar de Caprivi-strook rijden. Dit wormvormige aanhangsel van Namibië, dat bij het trekken van de grenzen tijdens de Duitse koloniale tijd als brug naar oost-Afrika werd gebruikt, is ook de start van het malariagebied en dus gaan we vanaf nu pillen slikken. En dan zijn we bovendien al bijna in Botswana, dat zomaar eens het volgende land zou kunnen worden dat we gaan bezoeken.

Kaartje met de route in chronologische volgorde: Swakopmund – Walvisbaai – Spitzkoppe – Brandberg – Twyfelfontein – Kamanjab – Purros – Etosha – Tsumeb
Ik kan alleen maar zuchten als ik dit reisverhaal lees. Wat een belevenissen! Wat een prachtige natuur! Wat een enorme ervaringen doen jullie op! Dank je Bob, ik kijk alweer naar het volgende verslag uit.🥰
Graag gedaan! Het is voor ons ook weer een soort herbeleving ☺️
Prachtig reisverhaal weer Bob!
Groeten uit Kakamega, Kenia,
Zenka
Heel veel plezier daar! Geniet ervan!
Wauw wauw, wat een genot, plezier om jullie avonturen in Namibië te lezen en via de foto`s te zien. We wanen ons ook weer terug in Namibië waar we ook door heen mochten reizen. Dank voor het delen van jullie reiservaringen.
Graag gedaan!
Ahh Damaraland, zo mooi daar! En met jullie tekst en foto’s is het heerlijk meereizen. Houd dat olifantenmoment vast! En in Botswana niet vergeten te kamperen bij Baines baobabs! Succes en geniet!
Ja, daar heb ik over gelezen. Hopen dat we daar een plekje kunnen vinden in het hoogseizoen.
Onwijs mooie foto’s en ook super beschreven ik krijg er ook weer zin in om te gaan reizen nog veel plezier daar
Dank je wel! Leuk om te horen!
Wat is het een ongelofelijk mooi verslag en foto’s! We genieten met jullie mee!
Wat leuk om te horen Elly! En dat jullie nog steeds zo meelezen en -genieten!
Wat een spannende verhalen , onverstelbaar wat is natuur en fauna mooi , en ik heb ook genoten zo van jullie vlieg tocht boven de savanne diep beneden jullie, zie je de giraffe lopen, bedankt voor jullie verslag , en zo mooi jullie zien altijd weer een lichtpuntje als iets mis gaat, o.k blijf altijd positief denken , fijne voortzetting van jullie fantastische reis …bay bay Arthur
Ja die helikoptervlucht was heel gaaf, letterlijk en figuurlijk een hoogtepunt.