Zo plat als Nederland, eindeloos grasland, enorme rivierdelta’s, heel veel olifanten en afrobeats op elke straathoek. Maar ook 100 euro voor een campingplek, 11 euro voor een pot Nutella en luidruchtige Nederlandse toeristen. Welkom in Botswana!
Anderhalve week zijn we nu onderweg in een van de dunst bevolkte landen ter wereld. Een land waar je honderden kilometers kunt rijden zonder waarneembare verandering in het landschap. Maar daarover later meer. Eerst terug naar het stadje Tsumeb in Namibië, waar ik de vorige blog schreef. Vanaf daar rijden we het groenste gedeelte van het land in.
Mensen
Het grootste deel van Namibië is dor en droog. Er zijn nauwelijks rivieren waar het hele jaar water in staat, maar hoe anders is dat in het noordoosten van het land. Hier meanderen de rivieren Okavango, Chobe, Kwando en Zambezi door het landschap. De vruchtbare grond trekt al van oudsher mensen naar het gebied en voor het eerst in Namibië hebben we ook het gevoel dat er daadwerkelijk geleefd wordt. Op de weg vanuit Tsumeb rijgen de dorpjes zich aaneen. De ronde huisjes zijn gemaakt van hout, gras en het materiaal van termietenheuvels. Keurig aangeharkte nederzettinkjes zijn omheind met hekjes die zijn gemaakt van takken. Herders trekken voorbij met grote kuddes koeien en geiten, die naast en op de weg lopen. Kinderen rennen achter ezels aan of laten zich op een karretje voorttrekken. Vrouwen lopen langs de weg met jerrycans op hun hoofd, om water te halen. En schoolklasjes zitten in de schaduw van een boom, al dan niet aandachtig luisterend naar wat de juf of meester heeft te vertellen.
Er worden hier allerlei verschillende talen gesproken, omdat de inwoners tot allerlei verschillende stammen behoren. Dat ze toevallig in Namibië wonen omdat Europeanen ergens ooit een grens hebben getrokken, doet er eigenlijk niet toe.
Modder
Het water trekt niet alleen mensen aan maar ook dieren. Er zijn verschillende nationale parken waar je ze kunt bewonderen (wat we ook doen), maar in dit deel van Namibië zijn er geen hekken en dus kun je zomaar een overstekende olifant tegenkomen. Elk overstekend dier heeft zijn eigen gebruiksaanwijzing. Geit = gas los, koe = we kijken het nog even aan, hond = god zegene de greep, slang = oeps, te laat en olifant = remmen.
In de Caprivi-strook overnachten we op prachtige plekjes aan de rivier. De ene dag kijken we uit over Angola, waar boeren met ezeltjes en volgeladen karretjes voorbijtrekken. De dagen erna staan we direct aan de Okavango-rivier, waar nijlpaarden in het water voor onze tent liggen te knorren. ’s Nachts word ik wakker van geblaas en geknor, van een nijlpaard dat een paar meter bij de tent vandaan staat. De krokodillen blijven gelukkig bij de rotsen die aan de overkant liggen.




Kamperen met uitzicht op Angola | Olifanten, wrattenzwijntjes en krokodillen in Caprivi | Campingplekje aan de Okavango Rivier
Allememaggies
“My name is Bassi”. Je begrijpt dat ik enige moeite had om mijn lach in te houden toen kapitein Bassi zich voorstelde. Bassi is geen grappenmaker, maar iemand die ons naar een van de mooiste momenten van onze reis vaart. Een boottochtje is altijd fijn, maar Bassi weet een speciaal plekje waar hij de boot zachtjes de kant in vaart. Terwijl de zon langzaam ondergaat, kijken we over het stilstaande water naar een groepje nijlpaarden. Met op de achtergrond die indrukwekkende rode bol, opent het nijlpaard zijn enorme bek. Allememaggies, wat is dit gaaf! Een levend schilderij, mooier kan een schilder het niet bedenken.
De volgende ochtend worden we weer gewekt door het gezellige geknor van nijlpaarden en rijden we verder in oostelijke richting. Dit deel van de Caprivi-strook ziet nauwelijks toeristen, behalve dan die over de hoofdweg voorbijrazen. We kamperen op een prachtige plek met uitzicht over de delta, waar wrattenzwijntjes in de modder staan te grazen. Het nationale park Nkasa Rupara wordt waarschijnlijk nóg minder bezocht, we komen de hele dag slechts een auto tegen. Ondanks de harde wind, waardoor het stof in de lucht hangt en veel dieren zich liever schuilhouden in de struiken, zien we grote groepen buffels, springbokken, giraffes, olifanten en zebra’s.






Nijlpaard bij zonsondergang | Buffels en zebra’s in Nkasa Rupara | Rare gast | Makoro-kano bij zonsondergang
Coronamedicijn
Ik ga de volgende dag op wandelsafari met een boswachter in het gebied. Ellemieke gaat niet mee. Die heeft, toen we aantal jaar geleden in Mozambique een keer kudde buffels tegen het lijf liepen, genoeg wandelsafari’s voor de rest van haar leven gedaan. Die ik nu doe is overigens niet erg spannend, het is meer een cursus bush craften. Ik leer welke planten corona genezen, welke je kunt gebruiken om je tanden te poetsen, met welke je maagproblemen kunt verhelpen en welke giftig zijn. Niet dat ik al die planten en bomen uit elkaar kan houden, dus het lijkt me beter dat ik er maar gewoon van afblijf.
En dan wordt het tijd om richting Botswana te gaan! We maken nog even onze Namibische dollars op met een vies buffet in een prachtige setting en rijden de volgende dag de grens over. In een uurtje staan we aan de andere kant. We verstoppen de verse producten, omdat we die niet mee mogen nemen de grens over, maar niemand controleert onze auto.
Afrobeats
Het eerst dat opvalt in Botswana is dat er overal heerlijke muziek uit de speakers schalt. In de slijter, in de supermarkt, in de bar, op straat. Overal klinken afrobeats. Het is iets dat we in Namibië hebben gemist, net als de levendigheid in de straten van de stadjes. Maar landschappelijk gezien kan Botswana alleen maar nederig in de schaduw van zijn buurland staan. Qua olifantenpopulatie overigens niet, want Botswana = olifanten. Ze zijn werkelijk overal, tot op het punt dat we zelfs niet meer stoppen als we er eentje tegenkomen. In het nationale park Chobe Riverfront zien we er honderden op een ochtend. En toch, het blijven prachtige, indrukwekkende dieren. Het mooiste moment is als ze gaan badderen en de modder met een sierlijke boog de lucht in spuiten met hun slurf.
In het stadje Kasane blijven we een paar dagen op een camping staan op plek nummer ‘No Camping’, wat overigens de mooiste spot is. Het hoogseizoen is inmiddels in volle gang en dus wordt er meer Nederlands dan Engels op de camping gesproken. Soms gezellig, maar af en toe heb je het gevoel dat je op een camping in de Dordogne staat. Ach, een zwembad en een mojito maken veel goed, welke taal je ook om je heen hoort. En we hebben een gezellige avond met Marco en Annemieke, die met een Nederlandse Land Cruiser door Afrika reizen.








Cursus bushcraften | Chobe Riverfront National Park
African haircut
Voordat we verder reizen ga ik nog even naar de kapper, de laatste keer was namelijk in Kaapstad. De gast die me onderhanden neemt heeft nog nooit eerder een witte man geknipt en ik word dan ook uitgebreid op de foto gezet terwijl mijn haar hardhandig wordt afgeschoren. Er komt geen schaar aan te pas en dat is maar goed ook, want de paar haren die hij met de schaar knipt had ‘ie er net zo goed uit kunnen trekken. Met dat botte ding knip je nog geen a4’tje doormidden. Nou ja, het resultaat telt, zullen we maar zeggen (en gelukkig heb ik meestal een pet op).
Na Kasane nemen we de asfaltweg richting het zuiden, een lange en saaie weg. Ter afwisseling rijden we nog een klein stukje van de oude Hunters Road, die langs de grens met Zimbabwe loopt. Natuurlijk kan ik het niet laten om even de grens over te lopen. Die avond slapen we op een backpackerscamping, waar we een superleuke avond hebben. Eigenaar Rupert bakt pizza’s boven het kampvuur, terwijl we aan een grote tafel met reizigers uit Spanje, Nederland en Duitsland reisverhalen uitwisselen.



Hunters Road | Kanoën bij de camping | De backpackerscamping
Gerda Grootspraak
De volgende dag rijden we naar het grootste netwerk van zoutpannen ter wereld. Een karrespoor door het diepe gras en dwars over de zoutpannen leidt naar Kubu Island, dat middenin een van de zoutpannen ligt. Een magische plek, een van de mooiste kampeerplekjes tot nu toe. Het decor: een glinsterende zoutpan, enorme boababs en granieten rotsen. Doe daar een ondergaande zon bij en het kippenvelmomentje is compleet.
Hoewel hier weinig reizigers komen, staan we de eerste avond naast een luidruchtig, uiteraard Nederlands, gezin. Gerda Grootspraak met haar inmiddels tweede man Peter Praathard en hun tienerzoons Gerard Grotebek en Willem Weetalles. De volgende ochtend worden we gewekt door Willem, die de legendarische woorden naar zijn ouders brult: “Ik kan werkelijk geen minuut normaal leven of jullie trekken je kuttekoppen weer open.” Prachtig, Willem. Die kan op een tegeltje. Jij ook goedemorgen, trouwens. Gelukkig pakken ze daarna snel in en kunnen we de rest van de dag in alle rust van het uitzicht genieten. Veel meer dan dat doen we ook niet, de warmtegolven hangen boven de zoutpan en voor elke andere activiteit anders dan een boek lezen is het te warm.
De volgende ochtend rijden we via een mooie 4×4-route terug naar de doorgaande weg. We scheuren over de zoutvlaktes, rijden door diep zand en slingeren tussen de doornstruiken door. Soms is het pad half overgroeid en horen we de takken over de lak van de auto schrapen. Alsof je met je nagels over een schoolbord gaat. Waarom groeien hier niet gewoon varens? Onze auto zit na ruim 2 maanden Afrika helemaal onder krassen. Het hoort erbij, maar toch doet het elke keer weer een beetje pijn als we ‘sqieieiezzz’ horen.












Onderweg op de zoutpannen | Boababs op Kubu Island | Koffiestopje op de Nwetwe-pan
Gedoe
Botswana is geen makkelijk land om te bezoeken voor reizigers zoals wij. Het is er veilig en tot op zekere hoogte georganiseerd, maar nationale parken bezoeken staat gelijk aan gedoe. De campings in de parken worden door allerlei verschillende instanties gerund en kun je alleen boeken via kantoortjes in de grote steden. Andere parken zijn weer geprivatiseerd en mag je niet bezoeken zonder een kamer in een luxe lodge (a 300 euro per nacht) te boeken. Niet dat de campings goedkoop zijn, want als je dan eindelijk het juiste kantoortje hebt gevonden voor de juiste camping en er is plek (hoogseizoen, jeeh), dan betaal je ook nog bijna 100 euro per nacht. Voor een camping! Exclusief parktoegang. En oh ja, wil je met kaart betalen? Dat is dan 3,5 procent toeslag. Zelfs in de meest afgelegen winkeltjes hebben ze een pinautomaat waar je zonder kosten kunt betalen, maar goed. We betalen wel contant.
We besluiten helaas om wat plaatsen over te slaan, omdat we het te duur vinden of omdat het bijna niet te regelen is. Maar wat we zeker niet overslaan is de Okavango Delta. In dit enorme uitstroomgebied loopt de Okavango Rivier uit. Die eindigt namelijk niet in zee, maar waaiert uit middenin het land. De mooiste manier om dat waterlandschap te bekijken is natuurlijk van bovenaf, met een helikopter. En ja, dat is ook duur, maar elke cent waard.
Wauw, wauw, wauw
Het helikoptertje is meer een uit de hand gelopen drone met stoelen dan een echte helikopter. De zijkanten zijn open, er zijn vier kuipjes met een autogordel, een stuurknuppeltje en wat metertjes, that’s it. Ellemieke heeft een beetje vliegangst, dus dat het ding na de eerste poging niet meteen start en daarna pruttelend en schuddend tot leven komt helpt niet. Maar dat is daarna allemaal snel vergeten, want als we eenmaal boven de delta hangen is het uitzicht magisch. Rivierstroompjes lopen als aderen door het landschap. Spetterend groen en geel worden gemarkeerd door zwartblauw water. Er zijn zoveel prachtige vormen die je vanaf de grond niet ziet. En natuurlijk dieren, die in de waterrijke delta hun dorst komen lessen. Olifanten die in de late middagzon lange schaduwen over het land werpen. Andere kuddes die waden tussen de waterplanten. Van bovenaf lijken het net Playmobil-diertjes. Zo hadden we olifanten, nijpaarden, zebra’s, giraffes, buffels en gnoes nog niet eerder gezien. Wauw, wauw, wauw! Echt. Heel. Indrukwekkend.







Okavanga delta (zoek de dieren!)
Meneer de president
Op dit moment zijn we in Maun, op een camping waar de regionale afdeling van de regeringspartij gisteren een bijeenkomst had. We raken in gesprek met Nonofo, een aardige man die vertelt over de uitdagingen die er zijn voor zijn land. Later in het gesprek blijkt hij ex-minister van infrastructuur en kandidaat-partijleider te zijn. Misschien staan we hier dus wel te praten met de volgende president van Botswana!
Maun is de safarihoofdstad van Botswana. Vanaf hier kun je niet alleen vliegen over de delta, maar beginnen ook de routes door de wildparken van het Okavango en Chobe-gebied. Safari-auto’s worden hier afgetankt en volgeladen, want de eerstvolgende mogelijkheid ligt op meerdere dagen rijden over stoffige zandpaden. Dat gaan we dus de komende week doen en dan maken we het rondje terug naar Kasane. Vanaf daar gaan we de grens over naar Zimbabwe of Zambia, een beetje afhankelijk van hoe snel we gaan de komende weken. In de tweede week van september willen we namelijk in Lusaka zijn, de hoofdstad van Zambia. Daar komen mijn ouders naartoe, heel leuk om die na vier maanden weer te zien!

Route in chronologische volgorde: Tsumeb – Rundu – Divundu – Nkasa Rupara – Kasane – Nata – Kubu Island – Gweta – Maun
Het is weer top Bob.
Wat een belevenissen en observaties beschrijf je.
Ik kijk weer uit naar de volgende.
Dank je wel!
Wat een prachtig verhaal en bijzonder mooi en levend beschreven. En de foto’s geweldig. Wat een avontuur. Bijzonder dat we mee mogen genieten.
Leuk dat jullie meegenieten!
We hebben weer genoten van je mooie verhaal Bob. Prachtige foto`s. Gewoon zin om jullie reiservaringen door te vertellen. Geniet en tot het volgende verhaal.
Tot de volgende!
Wat een avonturen beleefden jullie weer. Schitterend om te lezen, of ik er zelf bij ben. We kijken erg uit naar het rendezvous. Veel plezier en avontuur nog toegewenst. Lieve groet, Erik
Ja, nog drie weken!
Allememaggies, wat heb ik weer gelachen om het smakelijke verslag en genoten van de mooie foto’s!
Liefs, Pauline
Haha, ik ben blij dat je het leuk vond!
Zo leuk om te lezen en het lijkt toch wel behoorlijk veranderd als ik het zo lees, met privatisering van parken en torenhoge prijzen van de kamping. Maar sommige dingen veranderen gelukkig niet, de prachtig mooie plaatjes, de indrukwekkendheid van de natuur en de dieren. Genieten zo, de beelden en de verhalen
Ja er is denk ik veel veranderd door de jaren heen.. veel dingen zijn makkelijker geworden voor reizigers, maar sommige dingen zijn minder 😉. Gelukkig blijft de schoonheid hetzelfde 😁. Leuk dat je ons zo volgt Iekje! Groetjes aan de collega’s!
Het is elke keer weer genieten van de foto’s en de verhalen! Van uit de “helicopter” is het landschap net een olifantenhuid! En Bob wat geweldig dat je ouders ook even die kant op komen! Geniet van het samen zijn!
Ja gaan we doen! Veel zin in!
Het is toch wel heel bijzonder dat jullie dit kunnen doen en nu dan ook echt doen. Ik geniet erg van de anecdotes (zoals de kapper). Groetjes aan je ouders volgende week!
Zal ik doen!
Inmiddels zitten jullie in Zambia denk ik, ik liep even een logboekverslag achter door vakantie maar wat hebben jullie veel meegemaakt! Gaaf hoor! Gelukkig zijn jullie wel naar Purros gegaan, anders hadden jullie die olifantenbezoekjes gemist. En met Bassi naar nijlpaarden kijken is ook niet mis. Die monteur was een beetje jammer natuurlijk maar een deel van de schroeven trilt misschien gewoon los? Ik was op IJsland een keer binnen een week de helft van de wielbouten kwijt toen we dagelijks over een echt slechte weg reden. De buschauffeur van zo’n 4×4 binnenlandbus bracht ons nieuwe bouten en vertelde dat hij om de dag alles aandraaide. Dus zorg maar goed voor jullie auto/huis!
Veel plezier met je ouders Bob!
Ik moet wel regelmatig bouten aandraaien, vooral die van het dakrek, maar die van de spatborden waren opeens allemaal verdwenen… dat is geen toeval meer. En we zitten inderdaad sinds gisteren in Zambia 😉