Zim, Zam en Bots

Elke keer als je een landgrens overgaat is het alsof je reis weer opnieuw begint. Wat zou er aan de andere kant van de grens zijn? Hoe is het landschap? Hoe zijn de mensen? Bij het grenskantoor proberen we om de eerste indruk op te snuiven en gluren we nieuwsgierig naar wat zich achter de slagboom bevindt. De afgelopen weken zijn we twee grenzen overgestoken, van Botswana via Zimbabwe naar Zambia.

We zijn nu in Lusaka, de hoofdstad van Zambia. Morgen komen mijn ouders aan en wij zijn al een paar dagen in de stad om wat dingen te regelen. Een visum voor Malawi bijvoorbeeld, want dat is een hele berg papierwerk. Een (verplichte) autoverzekering voor de komende landen. En flink wat onderhoud aan de auto. Die heeft zich tot nu toe kranig geweerd op de slechte wegen, maar dat heeft zijn tol geëist. We moeten er waarschijnlijk flink wat geld tegenaan gooien om te voorkomen dat de Land Cruiser voor het einde van de reis uit elkaar trilt. Ook laten we (alsnog) een snorkel op de auto zetten, want nu moeten we elke twee weken het luchtfilter vervangen door al het stof dat hij aanzuigt in de wielkast. En het wordt steeds moeilijker om nieuwe filters te krijgen.

Bots

Maar eerst terug naar Botswana, naar het plaatsje Maun om precies te zijn. Daar eindigde het vorige reisverslag. In Maun slaan we nog even flink in, brandstof en boodschappen, want daarna gaan we de wildernis in. Eigenlijk is heel Botswana één groot wildpark, maar het noordelijke deel is een aaneenschakeling van nationale en regionale parken, waar geen winkels en tankstations zijn. Voordat we op pad gaan, willen we eerst nog een mokoro-tochtje maken. Deze typische houten kano’s worden nog altijd gebruikt door vissers en als manier om je te verplaatsen. Vanuit een dorpje aan de rand van Okavangodelta varen alle mokoro’s het natuurgebied in, zodat het geld bij de lokale gemeenschap blijft. Zelfs reisorganisaties moeten de tripjes via deze gemeenschap organiseren. Wij komen aan het eind van de middag aan, als het inmiddels uitgestorven is. Het is een beetje duur om de delta in te gaan omdat we dan allerlei parktoeslagen moeten betalen, maar gelukkig is daar Oscar. Die wil ons wel een stukje de andere kant op varen. We glijden geruisloos door het stilstaande water, onder het toeziend oog van badderende nijlpaarden. Daarna neemt hij ons mee naar het huisje van zijn neef, die verse meerval aan het roken is. Daar willen we wel een stukje van proeven, maar helaas is de vis nog niet klaar. Opeens staan we midden in zo’n typisch Botswaans dorpje, met ronde huisjes, waar felgekleurd wasgoed hangt te drogen in de zon, mensen in de late middagzon druk bezig zijn met eten koken boven een vuurtje en kinderen op een stoffig veld heen en weer rennen achter een bal aan.

De volgende dag verlaten we Maun. We hebben een playlist gevonden met aanstekelijke afrobeats en zo gaan we op pad. De weg wordt steeds slechter, totdat het asfalt helemaal ophoudt en we een waardeloze zandweg op stuiteren. Op sommige stukken is de weg ondergelopen en moeten we een ander pad zoeken dat om het water van de delta heen leidt. De dag eindigt op een kleine community-camping, waar we kamperen onder een grote kameeldoorn, met uitzicht op een van de slingerende stroompjes van het deltagebied.

De weg loopt het water in | Mokoro-tochtje | Toch even proberen, best moeilijk nog | Giraffe onderweg | Nijlpaard onderweg | Kampeerplekje op de community-camping

En dat is vijf

We rijden verder naar Kwhai, een wildgebied dat wordt beheerd door de lokale bevolking. Er lopen talloze zandpaadjes door het gebied, dat deels is overstroomd doordat er water uit de delta loopt. We zien olifanten die stoeien in het water, een prachtig gezicht. We kunnen de opspattende druppels bijna voelen in de auto. Ook zien we eindelijk luipaarden. Ze steken zomaar over, vlak voor onze auto. Een moeder en een jong, wauw! Wat een prachtige dieren, met die krullende staart en die indrukwekkende kop. Na vier maanden Afrika hebben we de big five eindelijk compleet.

Als we ’s avonds bij de tent zitten, horen we opeens een ander lid van de big five. We zitten lekker aan een drankje bij het kampvuur, als we uit het niets vlakbij een leeuw horen brullen. Ellemieke vlucht meteen de auto in en ik kijk met de zaklamp of ik hem ergens zie. Brullen doet hij (of zij?) later nog een paar keer, maar we zien hem niet. Ondertussen plonsen nijpaarden in en uit het donkere water, vlak voor onze tent. Dit is echt kamperen in de wildernis!

Hongerige honingdas

Als we de volgende dag naar het volgende park rijden, moeten we onderweg twee keer een kudde olifanten ontwijken en zien we een groep leeuwen vlak naast de weg liggen. Het Savuti National Park is prachtig met zijn grote open vlaktes en acacia’s, maar we zien niet veel wilde dieren. Behalve olifanten natuurlijk, maar het is bijna een uitdaging om een dag in Botswana te zijn zonder olifanten tegen te komen. In de avond zien we nog wel een diertje vlakbij onze auto scharrelen, het blijkt een honingdas te zijn. Die doet zich in de nacht tegoed aan de eetbare restjes in de vuilnisbak.

Ploegend door diep zand rijden we weer naar de bewoonde wereld, terug naar het plaatsje Kasane, vlakbij de grensovergang waar we Botswana binnenkwamen. Hier kunnen we weer even opfrissen en de voorraden aanvullen. Het vieze, grijze zand van Savuti en Kwhai zit werkelijk overal. Ook de auto krijgt een wasbeurt. Dat gaat wel iets anders dan in Nederland. Om een carwash te beginnen in Botswana heb je drie dingen nodig: een bordje waarop ‘carwash’ staat, een emmer en een theedoek. Een paar enthousiaste gasten doen hun best, maar gelukkig kijken we inmiddels niet meer op een krasje meer of minder.

Wild in Kwhai en Savuti | Wasbeurtje

Zim

Veel reizigers die we tegenkomen, vooral Engelsen, korten graag dingen af als ze vertellen waar ze zijn geweest. Zim is Zimbabwe, Zam is Zambia, Bots is Botswana en Vic Falls zijn de Victoria-watervallen. Ik zal me beperken tot de kopjes, maar het bekt wel lekker natuurlijk.

Na het wasbeurtje gaan we de grens over naar Zimbabwe. We zijn inmiddels gewend aan wachten, vragen ons meestal niet meer af waarom dingen niet sneller of logischer gaan, maar soms verbazen we ons toch weer over hoe dingen geregeld zijn. De grensovergang bij Kasane is dezelfde waar elke dag hordes dagjestoeristen van Botswana naar de Victoriawatervallen in Zimbabwe gaan en weer terug. Ook voor één dag moet je een visum kopen, dat je alleen kunt afrekenen in Amerikaanse dollars. Pinnen kan niet. Elke dag staan er dus tientallen mensen zonder dollars te discussiëren met douanebeambten omdat ze geen dollars hebben. Elke dag opnieuw. Elke dag opnieuw… Er is wel een pinautomaat in het gebouw hoor, maar die staat een loketje verderop en daarmee kun je alleen de wegenbelasting afrekenen. Dus met een paar groepen toeristen zonder dollars voor ons in de rij duurt het allemaal even. Nu denk je waarschijnlijk: waarom vertellen die reisbureautjes die mensen meenemen over de grens hun klanten niet dat ze van te voren even dollars moeten pinnen? Wij vragen het ons niet meer af. Uiteindelijk zijn we in 2,5 uur de grens over, dus het valt allemaal nog mee. Maar toch.

IJzeren hand

Zimbabwe dus, het vierde land van onze reis. Een bijzonder land, kan ik alvast zeggen. Robert Mugabe heeft hier tientallen jaren met ijzeren hand geregeerd en zijn opvolger doet niet veel anders. Het land heeft al jaren te maken met internationale sancties en hyperinflatie, waardoor het geld dat je ’s ochtends verdient in de avond al bijna niks meer waard is. Veel mensen proberen dan ook om hun Zimbabwaanse munten zo snel mogelijk om te zetten in dollars. Het papier waarop het gedrukt wordt is bijna meer waard dan het bankbiljet zelf. Er staan inmiddels zoveel nullen op dat ze straks over moeten gaan op a4-tjes om ze kwijt te kunnen. Omdat buitenlanders altijd in dollars moeten betalen, worden we bij winkels aangeklampt door mensen die voor ons de boodschappen willen afrekenen, zodat wij ze in dollars terug kunnen betalen.

Bij de Europese Centrale Bank maken ze er misschien af en toe een potje van, maar dat is echt niets in vergelijking met het monetaire beleid van Zimbabwe. Op het dieptepunt van de inflatiecrisis heeft de regering zelfs een inflatieverbod ingesteld. Oftewel, er stonden gevangenisstraffen op het verhogen van de prijzen, waardoor allerlei producten jarenlang niet te verkrijgen waren. Zo erg is het nu niet meer, maar geïmporteerde producten zijn nauwelijks te vinden en anders onbetaalbaar.

Vic falls

We beginnen in Zimbabwe met een van de zeven natuurwereldwonderen, de Victoriawatervallen. De Zambezivier dondert op de grens van Zambia en Zimbabwe over een afstand van ruim anderhalve kilometer 108 meter naar beneden een smalle kloof in. Op het hoogtepunt valt hier 5 miljoen liter water per seconde omlaag, op dit moment is dat ongeveer tweederde daarvan. We maken de fantastische beginnersfout door toch-niet-zo-vroeg in de ochtend de watervallen te bezoeken, als er net busladingen Amerikanen zijn losgelaten bij de ingang. Bovendien zien we door de enorme spray die van de watervallen afkomt op sommige plekken bijna niks. Aan het eind van de middag proberen we het nog een keer, als de zon gunstiger staat en de paden bij de watervallen bijna verlaten zijn. Dan zien we ook hoe indrukwekkend ze zijn. Het is onvoorstelbaar dat deze enorme kraan 24 uur per dag open staat en nooit stopt. In het middaglicht ontstaan regenboogjes in het opspattende water, dat rondom de waterval voor een tropisch microklimaat zorgt. Een soort mini-regenwoud in een kurkdroge omgeving. Alsof je hartje winter het Planetarium in Artis binnenstapt.

Mister Bob

We kamperen in de tuin van een hotel midden in het stadje bij de watervallen. Toen we eerste dag aankwamen maakten we kennis met Ali, die ons heel graag zijn winkel wilde laten zien. We beloofden dat op een later moment te doen, maar elke keer als we hem passeren zijn we op weg naar iets anders. “Morgenochtend komen we, echt waar!”, zeg ik als we hem voor de zoveelste keer teleur moeten stellen. En ja hoor, de volgende ochtend staat hij ons stralend op te wachten bij de ingang van het hotel. “Mister Bob!”, roept hij. Blijkbaar is Ellemieke een te ingewikkelde naam om te onthouden. We gaan met hem mee en kopen een kleurrijke, handgemaakte ‘douchetas’ voor Ellemieke. Uiteraard zijn er honderd andere verkopers die ons proberen dingen aan te smeren. Best price! Vier houten slacouverts voor 10 dollar. Echt, zie ik eruit alsof ik zóveel sla eet?

Om op tijd in Lusaka aan te komen hebben we een behapbare route door het noorden van Zimbabwe uitgestippeld. Er komen weinig toeristen in het land en in dit deel (op de watervallen en een aantal nabijgelegen nationale parken na) al helemaal niet. In coronatijd zijn de meeste van de weinige campings en lodges die er waren gesloten, maar we hopen er nog een paar te vinden die open zijn. Om zoveel mogelijk van het land mee te krijgen rijden we over binnendoorweggetjes, dwars door het platteland van Zimbabwe. Het Zimbabwe van de dorpjes, nederzettinkjes, keurig geschilderde schooltjes en allerlei landbouwprojecten die worden gesteund door hulporganisaties. Er zijn dagen bij dat we geen auto tegenkomen. We vinden prachtige plekjes om te slapen en vaak zijn we de enige gasten. Aan de Zambezirivier, aan het Karibameer en bovenaan een klif in het Chizarira National Park. Voor wat het waard is, dat is het minst bezochte nationale park van Zimbabwe. We zijn de eerste bezoekers in een week tijd.

Als we aankomen bij de receptie zijn er allerlei mensen niks aan het doen, maar het mannetje dat de betalingen doet heeft lunchpauze en nadat we een uurtje hebben gekletst met een ranger (die dus blijkbaar geen bonnetje kan uitschrijven) vragen we hem om de betreffende medeweker maar eens op te trommelen. Hij blijkt in slaap te zijn gevallen na zijn lunch. Goed, we hebben nu het juiste mannetje, dat ons met een stalen gezicht vertelt dat er op het kampeerplekje een toilet is, een douche en water. Daar is inderdaad niets aan gelogen. Alleen komt dat water niet uit de douche, kraan en wc, maar staat het in een grote ton op zo’n 20 meter bij het toilet vandaan. Maar het plekje is echt ongelooflijk mooi, we staan midden in de natuur, bovenaan een diepe afgrond met uitzicht op het uiteinde van een kloof en het heuvellandschap erachter. In de nacht zien we diverse bosbrandjes, die naar later blijkt worden aangestoken door stropers zodat ze de dieren beter kunnen vinden.

Dit bruggetje ziet er nog wel stevig uit | Sunset lodge | Onderweg op binnendoorweggetjes | Zonsondergang boven het Karibameer | Mooie bloemetjes (sorry, niet opgezocht wat voor bloemetjes) | Uitzicht vanaf het campingplekje in het Chizarira National Park

8 uur lang genieten

We blijven nog een dagje in het nationale park en rijden daarna een flink stuk naar het oosten. In dit deel zijn helemaal geen campings of hotels, dus we overbruggen ruim 300 kilometer over gravelwegen van optimistisch gezegd ‘wisselende kwaliteit’. We doen er ruim 8 uur over, maar elke kilometer is genieten. Hoe verder we rijden, hoe mooier de route. De weg slingert door het heuvellandschap, soms omlaag om via een niet al te stevig uitziend bruggetje een rivier over te steken, soms over stukken die in de regentijd half zijn weggespoeld. We zien ezels met karretjes erachter, vrouwen die water, balen stro, brandhout en andere dingen op hun hoofd meetorsen, kinderen die enthousiast naar ons zwaaien, prachtige baobabs en eindeloze mopanebossen. Voor zover er zoiets bestaat als het échte Afrika, dit moet het zijn. En we zijn er verliefd op.

En dan de Zimbabwanen, dat zijn echt enorm lieve mensen. Ook daarom is reizen door dit uitgestrekte deel van Zimbabwe zo’n bijzondere ervaring. Als we stoppen bij een winkeltje om nog wat spulletjes te kopen, is de man vereerd dat hij buitenlandse gasten heeft. Hij haalt meteen zijn vrouw erbij en vraagt of we niet een baan voor haar kunnen regelen in Nederland. Ze is verpleegkundige maar in Zimbabwe is er nauwelijks werk. We proberen uit te leggen dat het allemaal niet zo eenvoudig is, maar ze willen toch graag ons telefoonnummer hebben, je weet maar nooit. Met een gratis zak chips op zak vertrekken we weer.

Onderweg in Zimbabwe

Van de weg

Als de zon al een heel eind is gezakt zien we naast de weg een groepje mensen rondom een stokoud pick-upje staan. Het ding is met volle belading van de weg geraakt en hangt met zijn dorpel op de rand van een diepe greppel. Een voorwiel bungelt als een jojo boven het gat. Dat had heel wat slechter af kunnen lopen, want waarschijnlijk zaten er ook nog wel wat mensen in de laadbak. Er komen hier niet zoveel auto’s langs en al helemaal geen auto’s die niet bijna uit elkaar vallen. Eén van de mannen begint een verhaal af te steken in een taal die we niet verstaan, maar het is duidelijk wat het probleem is. We draaien de auto om en binden het touw dat ze al hadden klaarliggen aan het trekhaak. Bij de eerste twee pogingen knapt het touw zodra er een beetje spanning op komt te staan, maar bij de derde keer weten we het pick-upje uit de greppel te trekken. De dorpel ziet er niet zo fraai meer uit, maar wonderwel rijdt het ding nog.

En zo komen we na een lange dag aan bij een camping, die misschien open is. We zien niemand en na wat rondvragen belanden we bij een vervallen lodge, waar iemand rondloopt die ons kan helpen. Ook op deze camping is al dagen of weken niemand meer geweest, maar ze pompen wat water op en doen een poging om voor ons een warme douche te regelen. Het plekje is weer prachtig. We kijken uit over het Karibameer, een enorm stuwmeer waar oude mopanebomen na 60 jaar nog steeds boven het wateroppervlak uitsteken. Dat er gras uit de kraan komt (met een ‘r’ ja), nemen we voor lief. Na vier maanden Afrika hebben we inmiddels alle versies wel gehad: bruin water, geel water, stinkend water, geen water, warm water uit de koudwaterkraan en andersom, maar gras is nieuw voor ons.

Reddingsactie geslaagd | Camping met uitzicht op het Karibameer | Onderweg

Zam

De dag erna rijden we door naar de grens met Zambia. We eten de laatste avond in Zimbabwe een verse brasem uit het Karibameer en gaan de volgende dag de grens over. Het is een kleine grensovergang, we zijn de enige en dus kunnen we alle loketjes zo aflopen, de juiste stempels en papieren halen en staan we na anderhalf uur aan de andere kant van de Karibadam, die de grens vormt tussen Zim en Zam en waar momenteel groot onderhoud aan gepleegd wordt.

Daarna verblijven we een paar dagen op een fijne camping aan de noordkant van het meer. De eigenaresse lijkt zo uit een foute jaren ’90 serie weggelopen te zijn. Dat genre is niet zo mijn ding, maar er is vast een serie waar een vrouw op leeftijd met een maffe zonnebril twee kleine hondjes met zich meesleept. Nou, stel je die vrouw voor, maar dan op een quad, scheurend over de camping met die twee keffertjes in een mandje achterop. Het is een superlieve vrouw, we krijgen zelfs een knuffel als we weer weggaan. En, heel fijn, we kunnen hier eindelijk weer eens wandelen en maken een heerlijk boottochtje bij zonsondergang.

Karibadam op de grens | Uitzicht over het Karibameer | Zebra op bezoek | Vissersbootje bij zonsondergang

Rommeltje

Onderweg naar Lusaka krijgen we een eerste, goede indruk van Zambia. Het is druk, dit deel in ieder geval, en rafelig. Overal ligt afval, een groot contrast met Zimbabwe. Drukke, heerlijk rommelige marktjes, overal mensen in de weer, we kijken onze ogen uit. De hoofdweg naar Lusaka is druk en vol met vrachtwagens die kruipend omhoog de berg opgaan. Tientallen vrachtwagens hebben de top niet gehaald en staan verlaten op of naast de weg.

Dat ons stuur links zit terwijl we links rijden is eigenlijk nooit een probleem, behalve met inhalen. Dat hoeft niet zo vaak, maar op hoofdwegen met veel vrachtverkeer ontkomen we er niet aan. Ik kan vanaf de bestuurderskant niet zien wat eraan komt en moet aan Ellemieke vragen of de weg vrij is. En vervolgens uit de intonatie en de zekerheid waarmee ze het zinnetje “Ik denk het” uitspreekt opmaken of het veilig genoeg is. Meestal gaat het goed.

Lusaka zelf is druk, heel druk. Tachtig procent van de bestuurders hier kan nog geen winkelwagentje schadevrij door een supermarkt rijden, maar al die mensen mogen blijkbaar wel een auto besturen. Na weken van vaak uitdagende, maar in ieder geval rustige wegen, is dat even wennen. De komende week gaan we met mijn ouders naar het Lower Zambezi National Park en een paar dagen relaxen op de heerlijke, groene B&B even buiten Lusaka, waar ik aan het zwembad nu mijn verhaal aan het tikken ben. Tot de volgende!

In chronologische volgorde: Maun – Kwhai – Savuti National Park – Kasane – Victoriawatervallen – Sunset Lodge – Binga – Chizarira National Park – Kariba – Lottery Bay – Lusaka

15 gedachtes over “Zim, Zam en Bots

  1. Ahh wat heerlijk om over Zim Zam en Bits te lezen! Sweet memories! En wat een fantastische foto’s weer! Geniet van Lower Zambezi, en als jullie hulp nodig hebben in Lus(aka;-)). let me know, mn zus woont er al 20 jaar en helpt graag.

  2. “O, een update van Bob, daar ga ik even voor zitten!”
    Het was weer heerlijk om jouw verslag te lezen Bob. Af en toe word ik jaloers en stap het liefst bij jullie in de auto, maar dat kan natuurlijk niet in dat omgebouwde geval.

    Ik dacht nog even terug te bladeren naar eerdere verslagen, maar kom niet verder terug dan 27 juli. Je moet er maar een boek van maken, dan kan ik er echt doorheen bladeren. Ik kijk er nu al naar uit.

      • Bedankt Bob,
        Ik dacht dat ik alle mogelijkgeden had bekeken, maar nee, kennelijk niet de homepage ( of te oppervlakkig)
        Leuk om weer even het allereerste begin te lezen.
        Dikke kuzz,
        Ria

        Verzonden vanaf mijn Galaxy

  3. Wauw! De landen Zam (vooral de delta heb ik als heel bijzonder ervaren)en Zim blijven verbaasd mooi! Het echte Afrika! Geniet ervan! Jullie hebben nog prachtige landen in het vooruitzicht!

    • Zeker! Het is echt leuk om meer in dit gedeelte van Afrika te komen. Zoals je al voorspelde: de supermarkten worden schaarser in dit gedeelte 😉, maar de beleving zeker ook wat authentieker 😁

  4. Hi Ellemieke en Bob, zo weer even ruim de tijd genomen om het boeiende verslag te lezen. En gelukkig hebben we de foto`s ook nog. Wat zijn die mooi. Hopelijk kunnen jullie heerlijk genieten van het bezoek van jullie (schoon)ouders. En op naar het volgende avontuur.

    • Hey Wil! Zo leuk om te horen dat je nog onze avonturen aan het volgen bent! We zijn nu lekker aan het genieten van onze mini vakantie met mijn schoonouders in Zambia en dan hopelijk uiteindelijk door naar Malawi. Hoop dat bij jullie ook alles goed gaat en je je eigenwijze GW niet te erg mist 😉

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s