Dansen op de evenaar

Nog maar iets meer dan twee maanden en dan zit ons jaar reizen door Afrika erop. Het maakt niet uit of je tien dagen weggaat of een jaar, de tweede helft gaat altijd het snelst. De laatste paar maanden zijn voorbijgevlogen. Maar elke dag blijven we nieuwe herinneringen voor het leven verzamelen.

De afgelopen maand in Kenia en Uganda was prachtig, intensief, emotioneel en uitdagend. Reizen zoals reizen hoort te zijn. Een bloemlezing: besneeuwde bergtoppen, gortdroge vlaktes, een confrontatie met een Ugandese militair, wandelen tussen de olifanten, kopje onder in de Nijl en bezoek uit Nederland.  

Lange nek

Maar laten we beginnen waar het vorige reisverslag eindigde, op de Sandai Farm in de buurt van Mount Kenya. We nemen na een paar gezellige dagen afscheid van eigenaresse Petra, dochter Tessa en haar vriend Migs. We worden uitgezwaaid, rijden naar het noorden en steken de evenaar over. We laten de vruchtbare grond van de hoogste berg van Kenia achter ons. In een paar uur verandert het landschap compleet. Groene akkers maken plaats voor dorre vlaktes. We rijden het land van de Samburu in, een nomadenvolk dat in barre omstandigheden leeft en gekleed gaat in kleurige gewaden die zijn gedecoreerd met al net zo kleurige kralen.

Het Samburu National Park bezoeken we op aanraden van vele andere reizigers. Eigenlijk hebben we wel genoeg gamedrives gedaan de afgelopen tijd, maar we besluiten toch een keer onze portemonnee leeg te kieperen om een nationaal park te bezoeken. Er leven hier bijzondere dieren, zoals zebra’s met smalle strepen en de guitige gerenoek, die eruit ziet als het resultaat van een buitensoortelijke vrijage tussen een giraf en een gazelle. We klappen onze daktent open op een plekje aan de bijna droge rivier in het park, de levensader van het gebied. De volgende ochtend bij het ontbijt spelen aapjes in het ochtendzonnetje voor onze tent. Na nog een rondje door het park parkeren we op een plekje waar we uit de auto stappen om koffie te zetten. Terwijl het mokapotje pruttelt op het vuur schuifelt er een olifant voorbij. En op zo’n moment maakt het echt niet uit hoe vaak we een olifant hebben gezien deze reis, hoeveel uren we door nationale parken zijn gereden op zoek naar dieren. Op zo’n moment moeten we onszelf in onze armen knijpen om te beseffen dat we dit echt meemaken.

Bijzondere giraf- en zebrasoorten | Brutaal vogeltje | Gerenoek | Dikdik | Kamperen aan de droogstaande rivier | Olifant op bezoek

Het ruige noorden

Waar het nationale park van Samburu af en toe nog wel toeristen ziet, geldt dat niet voor het noorden van de regio. Er zijn hier regelmatig onrusten, omdat de herders van de verschillende stammen elkaar in de haren vliegen en elkaars vee stelen. In een gebied waar water schaars is, is het evenwicht fragiel. Bizar, want op twee uur rijden van hier stroomt het water rijkelijk van Mount Kenya af. Maar die grond is van de rijke boeren, die op de vruchtbare hellingen groente en fruit verbouwen.

Op de enige camping in de wijde omgeving kamperen we helemaal alleen tussen twee berghellingen, onder de acaciabomen. Kuddes met geiten, kamelen en ezels trekken voorbij aan onze tent. We hebben het plan opgevat om een van de hellingen waar we tegenaan kijken, de bijzondere Ololokwe-berg, de volgende dag te beklimmen. Van beneden af ziet het er hoog uit. Nog voor het licht wordt staan we op, zodat we voor het warmst van de dag weer beneden kunnen zijn. We zien halverwege de wandeling de zon spectaculair opkomen en eenmaal bovenop het plateau kijken we uit over de droge vlaktes van Samburu, terwijl boven onze hoofden enorme roofvogels cirkelen.

Ololokwe-berg vanaf de weg | Zonsopkomst halverwege de wandeling | Uitzicht over Samburu | Selfie

Het nog ruigere noorden

Vaak zijn Ellemieke en ik het eens over welke richting we opgaan deze reis. Soms ook niet. Voor mij is reizen naar afgelegen gebieden waar je het gevoel hebt dat je van de wereld af valt de ultieme vorm van reizen. Voor Ellemieke is reizen een hele hoop, maar niet dat. De Matthews Range, een wat suffe naam voor een prachtig maar afgelegen berggebied, is een bestemming die niet erg hoog op het lijstje van Ellemieke staat. En dan loopt het ook nog eens helemaal niet zoals gepland…

De Matthews Range wordt de laatste échte wildernis van Kenia genoemd. Geen voorzieningen, geen bereik, geen kaart waar de weg op staat. We hebben via-via een telefoonnummer kunnen achterhalen van een ranger die een deel van het gebied beheert en ons naar een plekje kan brengen om te kamperen. Bij het enige dorpje in de wijde omgeving ontmoeten we hem op een kruispunt. Het is nog een half uurtje rijden, belooft hij ons. Het wordt drie uur.

De ranger gaat ons voor op een kleine motorfiets. Het afgelegen gebied waar we inrijden voegt een nieuwe dimensie toe aan alles wat we van Kenia hebben gezien. We rijden langs nederzettingen van kleurrijke stammen, die met hun vee door het droge gebied trekken. Uit bijna opgedroogde stroompjes halen mensen het enige en laatste water dat in de omgeving beschikbaar is. De zandweggetjes worden paadjes, tot het moment dat ze nauwelijks nog breed genoeg zijn voor een auto of zijn weggespoeld zodat we er alleen stapvoets overheen kunnen rijden. We steken droge riviertjes over, waar we stenen moeten verplaatsen om zonder schade de overkant te bereiken. Na veel omzwervingen komen we eindelijk op het plekje aan, een stukje gras middenin de bush bij een waterstroompje. Als we uitstappen horen we nog net hoe een olifant wegrent door de bosjes.

Groot mes

De ranger laat ons achter met twee andere, gewapende rangers die geen woord Engels spreken. Voor Ellemieke is de lol er inmiddels wel af. Ondertussen probeer ik te genieten van dit bijzondere plekje en het indrukwekkende concert dat de natuur ons voorschotelt. Toeterende olifanten, blaffende wilde honden, brullende leeuwen, duizenden kwakende kikkers. Dít is kamperen in de natuur. Dichterbij de wildernis kun je met een auto niet komen.

De volgende dag maak ik met een van de rangers een prachtige wandeling door de bush, waarbij ik uitkijk over de groene heuvels van de Matthews Range. Ellemieke blijft vandaag bij de auto, die heeft geen zin om een olifant tegen het lijf te lopen. Karma, want die olifant loopt óns de volgende ochtend bij het ontbijt bijna tegen het lijf. Hij staat rustig water te drinken uit het stroompje als hij ons opeens opmerkt en wegrent. Na dit bijzondere momentje pakken we in en rijden we weer terug naar de bewoonde wereld. Bij het eerste tankstation dat we tegenkomen gooien we de auto vol. Aan het raam verschijnt een man die grote messen verkoopt. “For your protection”, zegt hij er voor de duidelijkheid bij. Uhm, oké. In dit rafelige stukje van Kenia kan het allemaal.

Uitzicht op de groene heuvels van de Matthews Range | Selfie met de ranger | Hiken door de bush | Ons kampeerplekje van bovenaf | Riviertje oversteken | Onderweg in de omgeving van de Matthews Range

Oeganda roept

We rijden weer terug naar het zuiden, naar de vruchtbare hellingen van Mount Kenya. We moeten eigenlijk richting het westen, maar er zijn nauwelijks wegen in dit deel van Kenia en bovendien zijn onze voorraden bijna op. Na een paar dagen relaxen met uitzicht op de besneeuwde toppen van het gebergte, willen we weer op pad. Oeganda roept en dat niet alleen, mijn broertje Kas en goede vriend Joris komen daar over een week aan. Helaas denkt onze Land Cruiser daar anders over. We hebben al eerder gemerkt dat er op bepaalde momenten minder power lijkt te zijn, maar deze ochtend lijken alle paarden de auto te hebben verlaten. Na even warmdraaien komt het zwarte gevaarte alsnog in beweging, maar de eerste stop wordt helaas de lokale Toyota-dealer. Twee dagen later verlaten we de werkplaats met allerlei glimmende, nieuwe onderdelen, maar het probleem waarvoor we kwamen is helaas niet opgelost.

In een paar dagen rijden we naar Oeganda door een prachtig gebied, over wegen die rondom de evenaar slingeren. Omdat hoofdwegen per definitie niet leuk zijn, nemen we een alternatieve route waarbij Kenia zich nog één keer van zijn mooiste kant laat zien voordat we de grens overgaan. De grenspost is in verbouwing. Kenia-uit is zo gepiept, maar Oeganda-in gaat iets minder soepel. We moeten ons melden in een hutje in het modderige grensdorpje. We hebben online een visum aangevraagd, maar omdat de antieke computer het visumsysteem niet ondersteunt kan de douanebeambte onze aanvraag niet verwerken. We kunnen wel een nieuw, ‘analoog’ visum aanvragen, maar dan moeten we opnieuw twee keer 50 dollar betalen. Maar een analoog visum aanmaken voor iemand die een elektronisch visum heeft aangevraagd, dat kan natuurlijk niet. De douanemeneer biedt als alternatief aan dat we een stempel voor drie dagen krijgen, zodat we naar een andere grenspost kunnen rijden (die wel een goede computer heeft) om daar alles te regelen. Daar hebben we geen zin in en bovendien geen tijd voor, dus we dringen aan op de enige juiste oplossing; een stempel voor twee maanden en de groetjes. Na veel twijfelen en ingewikkeld kijken geeft hij toe. Oeganda, here we come!

De vruchtbare hellingen van Mount Kenya | De besneeuwde toppen | Prachtige laatste route door Kenia | Eén van de plaatsen waar we over de evenaar gaan

De bron van de Nijl

Oeganda is prachtig. De eerste camping op de flanken van Mount Elgon is van de mooiste van deze reis. We kijken uit over een groene vallei met bananenplantages aan de ene kant, en de bijna honderd meter hoge Sipi-waterval aan de andere kant. We wandelen langs watervallen en in de vallei, door bananen- en koffieplantages, tussen akkers door waar kool en uien worden verbouwd en langs huisjes die tegen de berghellingen zijn geplakt. Vanaf ons kampeerplekje zien we de zon verdwijnen achter de bergen. Als dit de voorbode is van de rest van Oeganda, dan staat ons nog een hoop moois te wachten.

De volgende dag rijden we naar Jinja, waar volgens een van de theorieën de Nijl zijn meer dan 6.500 kilometer lange reis naar de Middellandse Zee begint. Het startpunt is geen bron die in de bergen ontspringt, maar de belangrijkste uitstroom van het enorme Victoriameer. Aan de oevers van de Nijl parkeren we onze kampeerauto en zien we na driekwartjaar mijn broertje Kas weer. Samen met zijn goede vriend Joris gaat hij tien dagen met ons meereizen op de manier zoals wij dat al negen maanden doen, in een auto met daktent dus. Heel tof dat we ons avontuur op deze manier kunnen delen. We verwelkomen ze met een koud biertje, een kampvuurtje en een barbecue.

Kopje onder

De volgende ochtend worden we wakker met uitzicht op de vredig stromende Nijl. Vissersbootjes glijden voorbij door de dauw die boven het water hangt. Het ziet er vredig uit, maar schijn bedriegt. De Nijl heeft imponerende stroomversnellingen, die Kas, Joris en ik met een raft gaan bedwingen. Het wordt een spectaculaire dag, waarin we manshoge golven te lijf gaan en ons laten meesleuren door het kolkende water.

Bij de laatste grote stroomversnelling slaat de boot om en beland ik in het verkeerde deel van de stroom, waardoor ik meerdere keren onderwater wordt gezogen en mezelf na diverse pogingen uiteindelijk weer naar het wateroppervlak weet te worstelen. Als ik boven kom zie ik Kas rustig dobberend in een ander stukje van de rivier een beetje chillen. Ik had duidelijk de verkeerde afslag. Bij de lunch met een welverdiend Nile Special-biertje (de ironie, je zou denken dat ik wel genoeg Nijl heb gedronken vandaag) kom ik pas weer een beetje bij.

Uitzicht op de vallei en de waterval vanaf de camping | Wandelen op de flanken van Mount Elgon | Stroomversnelling in de Nijl | Vissersbootje in het ochtendlicht

Doorgedraaide militair

Omdat Kas en Joris een aantal highlights in het westen van Oeganda willen zien in de beperkte tijd die ze hebben, rijden we in twee dagen die kant op. Onderweg word ik hardhandig van de weg gedrukt door een bus vol met militairen. Ik laat mijn ongenoegen blijken met een klein toeterconcert, maar daar is de buschauffeur niet van gediend. Hij zet de bus schuin op de weg en blokkeert daarmee het verkeer in beide richtingen. Ik besluit dat ik geen zin heb in dit gedoe en rij door de berm om de bus heen. Het is misschien niet de slimste optie op dat moment, maar na negen maanden Afrika ben ik wel een beetje klaar met die buschauffeurs. Het is niet de eerste keer dat we de berm in worden gereden. De legerbus neemt er geen genoegen mee, komt achter ons aan en rijdt ons vervolgens klem. Ik stap kwaad de auto uit. Ook de militair achter het stuur van de bus stapt boos uit. Heel boos.

Hij pakt uit de bus een enorme metalen staaf, waarmee hij zwaaiend en schreeuwend in een taal die ik niet versta op mij af komt lopen. Ik steek mijn handen verdedigend voor mijn borst en blijf staan, terwijl de militair bijna ontploft. Hij weet de metalen staaf nog maar net in bedwang te houden en laat hem af en toe tegen mijn benen zwaaien, terwijl hij met zijn waarschuwende vinger tegen mijn lippen ramt. Een aantal van zijn collega’s staan er maar een beetje bij en ondertussen verzamelt zich een enorme menigte om ons heen. Het halve dorp kijkt toe hoe een doorgedraaide militair bijna een toerist te lijf gaat met een stuk metaal. In de paar minuten die deze patstelling duurt probeer ik de militair voorzichtig duidelijk te maken dat ik niet uit ben op een handgemeen, maar de man blijft aan een stuk door onverstaanbaar tegen me schreeuwen.

Als de ergste woede bij de legerchauffeur is gezakt, richten zijn collega’s hun ongenoegen op het publiek dat staat toe te kijken. Met provocerende gebaren jutten ze de menigte op, terwijl een van de toeschouwers hardhandig de bus in wordt geschopt. Ondertussen gebaart een militair naar mij dat ik moet gaan. Ik stap in, krijg vervolgens nog een standje van Ellemieke (‘Moest je nou zo nodig toeteren?’) en we rijden voorzichtig achteruit tussen de mensenmassa door om met de staart tussen de benen te vertrekken. We hopen maar dat het daarna niet al teveel uit de hand is gelopen, maar de volgepakte pick-ups met gewapende politiemensen die we later in tegenovergestelde richting zien rijden beloven niet veel goeds…

Uitgeholde boomstam

We brengen een paar dagen door aan het Bunyonyimeer met zijn schilderachtige eilandjes. Kamperen doen we op een prachtig plekje direct aan het meer en we kanoën om een paar eilandjes heen in een uitgeholde boomstam (die nog best moeilijk te besturen is). Aan het eind van de middag wandelen we omhoog naar een uitzichtpunt, waar we tegen het late middagzonnetje in uitkijken over het water.

De volgende stop op het programma van Kas en Joris is de jungle van Bwindi, die vooral bekend is van de bijzondere en bijzonder dure gorillatrekking die je er kunt maken. De route er naartoe is adembenemend. We rijden eerst door een prachtig heuvellandschap met landbouwterrassen, theevelden en bananenplanten en daarna door dichtbegroeide jungle. De kleuren, geuren en geluiden van de jungle dringen door het openstaande raampje naar binnen. We kijken uit over het intense groen, dat met de lagen van de bergen mee langzaam verandert in blauw. Prachtig. Een van de mooiste routes die we tot nu toe hebben gereden in Afrika.

De volgende dag trekken we de jungle in. Niet om gorilla’s te zoeken, want 700 dollar per persoon vinden we iets teveel voor dagje banjeren door het bos. Joris gaat niet mee, want de lokale bacteriën hebben de weg weten te vinden naar zijn gevoelige, Nederlandse darmpjes. Toch gaan we met zes man (m/v) op stap, want we krijgen maar liefst drie begeleiders mee op onze wandeltocht. Naast een gids ook nog twee gewapende rangers. Wat er ook in dit ondoordringbare bos leeft, het moet wel heel gevaarlijk zijn. Wij zien alleen (prachtige) vlinders en vogels. En watervallen, waar we over modderige paadjes naartoe lopen.

Kanoën op Lake Bunyonyi | Spring! | Uitzicht over het meer | Marktje | Mooie route door vruchtbare heuvels en het oerwoud | Duokamperen | Kas maakt een foto | Boom | Ellemieke in Bwindi | Mountainbiken door bananenplantages

Boom op de weg

Oeganda is een prachtig land, die conclusie kunnen we na twee weken wel trekken. Maar dat moois is soms moeilijk te zien door de smog die in de lucht hangt. In het staartje van het droge seizoen bereiden boeren zich voor op de regen. Ze steken hun akkers in brand om de grond weer vruchtbaar te maken. Overal stijgen grote rookwolken op, die de hele dag als een grijze deken boven het land blijven hangen. In de avond zorgt dat juist voor prachtig vuurwerk op de grond. Op de laatste avond met Kas en Joris zien we vanaf de camping hoe een enorme vuurslinger in het dal zijn weg over het land zoekt. De volgende ochtend nemen we afscheid. Het was een heerlijke en gezellige week en het voelde echt alsof we een stukje van onze reis hebben kunnen delen.

Wij schroeven na een paar drukke weken ons reistempo weer een beetje omlaag. Na een paar relaxdagen, waarin we Dave en Nicky (waar we kerst mee hebben gevierd in Kenia) weer ontmoeten, rijden we naar een afgelegen uithoek van Oeganda. Het Semuliki National Park is een uitloper van de dichtbegroeide jungle van Congo. De route is (alweer) prachtig en in plaats van de asfaltweg die om de berg heenloopt, kiezen voor we voor de oude, onverharde bergpas. Die wordt nauwelijks nog gebruikt, de karrensporen hebben plaatsgemaakt voor gras. Halverwege stuiten we op (een deel van) een boom die over de weg ligt. We kunnen natuurlijk omdraaien, maar omdraaien is voor mietjes. Eerst proberen we het obstakel nog weg te tillen met hulp van een lokale motorrijder die aan de andere kant op de blokkade is gestuit. Uiteraard is dat kansloos, dus onze Land Cruiser mag zijn spieren laten zien. We binden de boom met de sleepkabel aan de auto vast en weten het gevaarte naar een bocht te trekken, waardoor we eromheen kunnen rijden. Missie geslaagd.

Stomend water

Op steenworpafstand van de grens met Congo overnachten we op een bijzonder plekje in de natuur. Miljoenen sterren boven ons, een kampvuurtje, overal vuurvliegjes en de geluiden van de dieren uit de jungle. Gaat dit ooit wennen, dit soort bijzondere plekjes en dit soort bijzondere momenten? Het blijkt een afleidingsmanoeuvre, want ondertussen worden we lek geprikt door onzichtbare minimugjes. Pas de volgende ochtend ontdekken we het vulkaanlandschap op onze armen.  

In het nationale park van Semuliki zijn meerdere warmwaterbronnen. En dan niet van de categorie ‘daar kun je lekker in badderen’, want het water dat borrelend, stomend en sissend uit de grond komt heeft een temperatuur van 96 graden. De meest spectaculaire manier waarop het water het aardoppervlak bereikt is via een natuurlijk gevormde fontein, waar het water in een sierlijke boog uitspuit. Op de grond vormen de verschillende mineralen bijzondere tekeningen en kleuren. Een fontein op een abstract schilderij. Die hebben ze zelfs in Rome niet.

Kameleon | Vuur in het dal | Selfie met Kas en Joris | Selfie met Dave en Nicky | De oude bergpas | Boom op de weg | Warmwaterbronnen van Semuliki National Park | Onderweg richting het zuiden

Verjaardag in de tuin

Ellemieke en ik zijn allebei winterkindjes. We zijn geboren in het koudste seizoen en hebben daarom nog nooit onze verjaardag in de tuin gevierd. Misschien dat klimaatverandering daar ooit nog wel verandering in brengt, maar voorlopig zal dit jaar de eerste en enige keer zijn dat we de verjaardag van Ellemieke buiten kunnen vieren. Op 19 februari, bij een temperatuur van een aangename 30 graden, eten we een taartje ‘in de tuin’. Mijn verjaardag is over een paar weken maar dan is het regenseizoen in volle gang, dus waarschijnlijk zitten we dan alsnog binnen…

Na het bescheiden verjaardagsfeestje brengen we nog een paar dagen door in het voorportaal van de majestueuze Rwenzori-bergen. Een mooi gebied, waar we een pittige wandeling omhoog maken tegen het panorama van vijfduizend meter hoge pieken. Onder ons raast de rivier, die als een grijze slang tussen de bergen vandaan komt. Gammele houten bruggetjes verbinden de twee oevers. We wandelen over de vruchtbare hellingen waar doperwten, mais, kool, bonen en bananen worden verbouwd. Als we eenmaal boven zijn, zijn er in het dal alweer diverse brandjes aangestoken waardoor de Rwenzori-pieken schuilgaan achter een grauwe rooksluier.

Jarige Job | Onderweg | Zonsopkomst boven de rivier | En het dal | Selfie in de oranje ochtendzon | Zicht op de Rwenzoribergen | Bruggetje | Heel veel bananenplanten | Visser op een kratermeer | Bananenfiets | Kratermeer

Die rook zal snel verdwenen zijn, want zoals gezegd komt het regenseizoen eraan. Terwijl ik dit reisverslag typ valt het water met bakken uit de hemel. Het wordt dus een beetje zoeken de komende weken naar droge plekken en momenten, ook als we naar Rwanda gaan. En na Rwanda? Daar zijn we nog niet helemaal over uit. Maar het zou zomaar kunnen dat we nog terug gaan rijden naar Zuid-Afrika.

Onze route: Sandai Farm – Samburu National Park – Ololokwe-berg – Matthews Range – Mount Kenya – Nanyuki – Thomson Falls – Kitale – Sipi Falls – Jinja – Masaka – Lake Buyonyi – Bwindi Forest – Queen Elizabeth National Park – Fort Portal – Semiluki National Park – Rwenzori Mountains – Crater Lakes – Nyore Hillside (huidige locatie)

23 gedachtes over “Dansen op de evenaar

  1. Zojuist mijn zondagochtend reisboek weer doorgelezen. Jeetje wat maken jullie veel mee. Ik mis alleen een foto van die “vriendelijke” soldaat!! En natuurlijk dat “standje” van Ellemieke die je kreeg Bob. Die heb ik ook wel eens gehad! Veel plezier nog jullie laatste periode en ik heb zo`n zin om alle verhalen nog eens door te lezen. Natuurlijk ook te horen als jullie weer terug zijn. Groetjes. Wil.

  2. Oooh, wat een spannende zaken allemaal: kopje onder met het raften, een op tilt geraakte militair ( ja, vind je het gek als je bedenk hoe de mensen in Oeganda en Rwanda emotioneel beschadigd zijn)! Zorg je wel goed voor jezelf!? We kunnen je niet missen hoor en Ellemieke al helemaal niet.
    Maar wat een prachtige natuur daar.

    Ik ben benieuwd wat de terugreis gaat worden. We horen het wel.

  3. Oh wat prachtig weer de beelden en de verhalen. Ik begrijp af ten toe wel Ellemieke, dat je hem een beetje knijpt (en dus ene beetje boos wordt.) Je hebt avontuur en avontuur. Jullie halen er wel alles uit wat er in zit, he. Gaan jullie ooit weer wennen aan het saaie voorspelbare leven in Nederland?
    Dus inderdaad ….. ga nog even heel erg genieten!!!!.

    • Haha ja sommige avonturen zijn iets te ver uit mijn comfortzone 😅. Maar achteraf zijn het wel mooie verhalen. Ondanks dat ik soms best verlang naar mijn voorspelbare leventje (😉), denk ik zeker dat we deze vrijheid, het niets moeten en het buitenleven hier enorm gaan missen 😄.

  4. Ahhhh wat prachtig weer! Heb even ‘gespijbeld’ door dit te lezen terwijl de natte sneeuw in de Baarsjes tegen het raam spat. Zo dompelde ik me ook even onder in de Nijl… begrijp dat Plan Uganda niet meer is gelukt; helaas! Ik had even Iveta moeten herinneren aan mijn mail, stom van me. Goeie reis nog en tot in mei!

  5. Ik heb weer genoten van jullie reisverhalen Bob! Ik begrijp uit bovenstaande dat je weer teruggaat naar Plan International, ze boffen met je!

    • Hi Zenka, leuk dat je nog steeds meegeniet! Ja, ik begin weer in mei! Ik heb ook begrepen dat ik jou daar helaas niet meer zal zien, maar ik hoop dat je nieuwe baan bevalt!

  6. Wauw wat een prachtig en spannend verhaal. Ellemieke, je bent zo stoer. Wat heb jij overwonnen zeg. Moet ook wel met Bob naast je. Die gaat een beetje trill seeking niet uit de weg 😁.

  7. In een woord prachtig! Best wel spannende gebeurtenissen, maar die leveren achteraf wel een mooi verhaal op… Het eind van jullie reis is al een beetje in zicht, maar voorlopig nog lekker blijven genieten daar!
    Liefs, Pauline

  8. Wat een rugzak aan herinneringen neem je straks mee naar huis. Ik denk dat het een onvergetelijk jaar voor jullie is. Samen met z’n tweeën alles uitstippelen en beleven.
    Ik hoop dat de Toyota het tot het einde goed blijft doen, het is een trouwe reiskameraad voor jullie. We kijken allemaal uit naar 30 April, wanneer jullie op Schiphol aankomen.
    Ontroerende momenten breken aan voor alle partijen. Je reisbeschrijvingen zullen veel gelezen worden. Wij hebben hier erg met jullie meegeleefd, middels foto’s/telefoon ja zelfs de video kwam meerdere keren van pas. Het geeft een onwerkelijk beeld dat je van huiskamer tot jullie camper op vele duizenden kilometers afstand, vrij met elkaar kunt praten alsof je in één vertrek bent.
    Ria heeft jullie reis op de voet gevolgd, en liet mij vervolgens van moment tot moment zien, waar jullie dagelijks verbleven. Heel boeiend allemaal.
    Goede reis terug naar Kaapstad en daarna een behouden vlucht naar Nederland.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s