Goede vraag. Waarom zijn we hier eigenlijk? In het nauwelijks door buitenlanders bezochte Burundi krijg ik in een stadje deze vraag, als ik naast de auto op Ellemieke sta te wachten. Waar moet ik beginnen? Waarom zijn we in dit stadje, in dit land, op dit continent? Waarom zijn we een jaar weg van huis? Ik beperk mijn antwoord tot de korte versie, namelijk dat we hier als toerist zijn. Dat is het meest vreemde antwoord dat ik had kunnen geven.
Land nummer 11. Burundi is het laatste nieuwe land dat we bezoeken. Het is een bliksembezoek, omdat we alleen een doorreisvisum kunnen krijgen aan de grens. Dat is net genoeg om een indruk te krijgen van het armste land ter wereld.
De genocide
Maar eerst terug naar Uganda, naar waar het laatste reisverslag eindigde. Het zijn ook meteen onze laatste dagen in Uganda, want na nog een dagje aan het Bunyonyimeer gaan we de grens over met Rwanda. Bij de grensovergang wisselen we van rijkant en na 10 maanden rijden we eindelijk weer aan de juiste kant van de weg. Rwanda is een land dat anno 2023 tot de schoonste en meest georganiseerde landen van Afrika behoort, maar waar nog geen 30 jaar geleden een vreselijke genocide plaatsvond. Op het hoogtepunt van de geweldsuitbarsting werden in 100 dagen tijd bijna 1 miljoen mensen vermoord. Dat is 10.000 mensen per dag, 416 per uur, 7 per minuut.
Bij een bezoek aan Rwanda hoort dan ook een bezoek aan het indrukwekkende Genocide Memorial Museum, waar 250.000 mensen in massagraven liggen. Dat alleen al is niet voor te stellen. Ellemieke en ik waren nog kinderen in die verschrikkelijke weken in 1994, dus destijds hebben we dat nieuws niet heel bewust meegekregen. Maar in het museum worden we stap voor stap meegenomen door de geschiedenis. We leren hoe de Duitse en later de Belgische kolonisators zijn begonnen met het maken van onderscheid tussen de verschillende bevolkingsgroepen, waarvan de Hutu’s en Tutsi’s de grootste waren.
Aan de hand van uiterlijke kenmerken, waaronder de grootte en vorm van de neus (die met een speciaal instrument gemeten kon worden) werden mensen in hokjes geplaatst. We leren hoe het systematische haatzaaien van extreme Hutu-bewegingen leidde tot een geplande geweldsexplosie. Honderdduizenden Hutu’s gingen buren, vrienden, collega’s en andere Tutsi’s en gematigde Hutu’s te lijf met kapmessen. Mensen werden op straat en in hun huizen geslacht, kinderen werden vermoord of aan hun lot overgelaten, vrouwen werden verkracht.
Het wonder van Rwanda
De videogetuigenissen van overlevenden maar ook van daders zijn indrukwekkend. Mensen vertellen over hoe ze na de genocide over straat liepen. De benauwende stilte van een apocalyptische scene, waarin de straten zijn gevuld met lijken, de grond rood is van het bloed en alleen het zoemende geluid is te horen van de vliegen die boven de lichamen zwermen. Rwanda was dood.
Maar Rwanda stond op. In de nasleep werden daders en slachtoffers verenigd, mensen berecht en het belangrijkste: het onderscheid tussen de bevolkingsgroepen werd opgeheven. Het land werd opgebouwd tot het schoonste en veiligste land dat we hebben bezocht de afgelopen elf maanden. Het is niets minder dan een wonder om te zien hoe mensen in een land dat na de genocide zo verscheurd, vernietigd en verminkt was, 30 jaar later in harmonie samenleven. Als we op straat lopen in de hoofdstad Kigali, beseffen we dat iedereen die we tegenkomen een verhaal heeft over de genocide. Als dader, als slachtoffer, als kind van een verkrachting. Het is echt onvoorstelbaar hoe mensen hier vooruit kijken, opbouwen en proberen te vergeven, maar niet vergeten.
We lopen diep onder de indruk de poort van het museum weer uit.





Uitzichten op Kigali | Een van de massagraven | Muur met namen van slachtoffers
Het land van duizend heuvels
De zwarte geschiedenis van Rwanda vond plaats in een schilderachtige omgeving. Alsof al het mooie van het land uitgewist moest worden met geweld. Maar de schoonheid van Rwanda is niet verloren gegaan. Dit wordt het land van duizend heuvels genoemd, maar in werkelijkheid moeten het er tienduizenden zijn. Geen weg is recht en overal waar we rijden is het mooi. Glooiende, groene heuvels worden afgewisseld met uitgestrekte valleien met rijstvelden. En dan zijn er nog de prachtige meren, zoals Lake Ruhundo en Burera, die als twee longhelften naast elkaar in het heuvellandschap liggen.
We verblijven op een landtong in dat eerste meer en hebben een indrukwekkend uitzicht op de omringende vulkanen, die ’s avonds haarscherp aftekenen tegen de ondergaande zon en ’s ochtend weerspiegelen in het meer. We steken met een bootje het meer over en maken een prachtige wandeling op de langgerekte strook met heuvels die de twee meren scheidt.






Uitzicht op Lake Ruhondo | Drie vulkanen op een rij | Zonsondergang boven het meer
Modderige vulkaan
We reizen verder naar het meest noordwestelijke puntje van Rwanda. Hier domineren een stuk of acht vulkanen, die verspreid liggen over het grensgebied met Uganda en Congo, het landschap. Achter elke struik, achter elke bocht lijkt weer een nieuwe vulkaan op te duiken. We hobbelen over rotsige en modderige weggetjes aan de voet van de vulkanen door dit indrukwekkende decor. Het blijft bijzonder om dorpjes te passeren waar mensen ons aankijken alsof we uit de hemel zijn komen vallen. De enige auto die we tegenkomen is een andere Land Cruiser. De bestuurder probeert wat ruimte te maken zodat we hem kunnen passeren op het smalle weggetje, maar de auto belandt met twee wielen in de greppel. We zijn de beroerdste niet en trekken hem er weer uit met een sleepkabel, onder grote belangstelling en met hulp van voorbijgangers die vervolgens bij ons en de bestuurder van de andere auto om geld vragen omdat ze ons hebben geholpen.
Ik wil graag een van de vulkanen in het gebied beklimmen, maar Ellemieke ziet het niet zo zitten om een dag lang de modderige Bisoke-vulkaan op te lopen. En dus ga ik alleen. Nou ja, alleen… Er gaan maar liefst twee gidsen en vier gewapende rangers mee om mij en backpacker Mira uit Engeland te beschermen tegen alle gevaren. Het eerste deel van de wandeling voert nog door bloeiende aardappelvelden, maar al snel komen we bij het steile, dichtbegroeide gedeelte van de vulkaan. Vanaf hier loopt het modderige pad alleen nog maar omhoog. Het is zwaar en de modder is glad. Maar de uitzichten op de omringende vulkanen zijn prachtig en de steeds weer veranderende vegetatie wordt mooier hoe hoger we komen. Bijna 1.200 hoogtemeters later sta ik op de 3.700 meter hoge top, met uitzicht over een bijna perfect rond kratermeer. Aan de overkant van het water ligt Congo. Wolken trekken met een noodgang omhoog langs de berghelling, steken het meer over en verdwijnen vervolgens weer. Wát een bijzondere plek.











Omringd door vulkanen | Modderige weggetjes | Bijzondere vegetatie op 3.000 meter hoogte | Uitzichten vanaf Bisoke-vulkaan | Dansende wolken | Het kratermeer
Brug kapot
De volgende dag rijden we richting het zuiden en worden de vulkanen langzaam kleiner in de binnenspiegel. Het Kivumeer is de volgende stop, waar we een deel van de Congo-Nijl Trail gaan wandelen. Door een lokale schipper worden we afgezet aan de voet van een heuvel en vanaf daar kunnen we een etappe lopen van de bijna 230 kilometer lange wandelroute. We wandelen door bananenplantages, heel veel bananenplantages, door groene dalen, over groene heuvels en kijken uit over het blauwe meer.
Onderweg steken we een paar keer een rivier over. Soms moeten we onze wandelschoenen uittrekken en wadend de rivier oversteken, soms is er een brug. De gammele hangbrug waar we na een paar uur wandelen op stuiten is half weggespoeld door de rivier. De resten hangen vervaarlijk boven het water, maar het is de enige manier om aan de overkant te komen. Balancerend op de restanten van de brug, terwijl tien meter onder ons het riviertje raast, halen we de overkant. De laatste oversteek is over het meer, maar het ‘pontje’ dat er zou moeten zijn ligt er niet. Na een half uurtje wachten komt er een bootje aangekacheld en kunnen we na de oversteek het laatste stuk terug naar de camping lopen. We zijn ruim op tijd terug om de zon te zien zakken in het meer, terwijl vissersbootjes in de verte voorbij pruttelen.
280 dollar
We hebben ons in de afgelopen elf maanden vaker verbaasd over de prijzen van nationale parken in Afrika. Ook Rwanda kan er wat van. Het Nyungwe Forest in het zuiden van het land is een dichtbegroeid regenwoud. We mogen er gratis doorheen rijden, maar als we een wandeling willen maken dan moeten we 280 dollar betalen. De ranger probeert nog uit te leggen waarom het zo duur is, maar ik heb weinig zin om zijn geneuzel aan te horen. Dit soort prijzen zijn niet uit te leggen. We houden het dus maar bij de mooie, gratis uitzichten vanaf de hoofdweg.
De volgende dag reizen we door naar het elfde land van deze reis en het laatste nieuwe land dat we bezoeken: Burundi. Het armste land ter wereld, volgens diverse statistieken. Het wordt een kort bezoek, want een volwaardig visum is een hoop gedoe en dus bezoeken we Burundi op een doorreisvisum. De grensovergang tussen Rwanda en zijn zuiderbuur is 5 jaar dicht geweest, eerst vanwege een conflict tussen de twee landen en daarna door corona. Het is dan ook uitgestorven bij de grenspost. Na wat gedoe over een dollarbriefje waar een minuscuul scheurtje in zit (het visum moet in dollars worden betaald), krijgen we het tijdelijke visum en een stempel en mogen we het land in.














Uitzichten onderweg | Kamperen aan het Kivumeer | Bootje varen | Wandelen over de Congo-Nijl-Trail | Gammel bruggetje | Nyungwe Forest | Gratis uitzicht
Zoemende tl-lampen
Burundi dus, een land waar de heuvels groen zijn, de grond rood is en de wegen erbarmelijk. Het is misschien wel het meest ‘Afrikaanse’ land. Het is ook dichtbevolkt, overal zijn mensen. Op de weg, op de akkers en in de straten van de stadjes. Het is ook een land dat nauwelijks toeristen ziet. Campings zijn er niet en hotels zijn vooral functioneel. De eerste nacht slapen we in een kamer waar de tijd 40 jaar heeft stilgestaan. Het ruikt er naar oude meubels, de tegels in de badkamer hebben hun glans al lang geleden verloren en boven ons hoofd zoemen smoezelige tl-balken.
Na een nachtje in het veel te korte bed rijden we door naar zo’n beetje de enige toeristische bezienswaardigheid op onze route door Burundi, de Karera-watervallen. We maken een korte wandeling door het gebied. Er is zelfs een stevig uitziende, metalen hangbrug, waardoor we een mooi uitzicht hebben op het omlaag stortende water. Halverwege het wandelingetje barst de hemel open en stort het water ook uit de lucht. We zitten midden in het regenseizoen, dus het moest een keer gebeuren dat we écht flink nat regenen. De kleur van de watervallen verandert in no-time van sprankelend wit naar modderbruin.
We trekken droge kleren aan en rijden nog een halfuurtje verder het binnenland van Burundi in, naar een uitzichtpunt. Het uitzicht is prachtig, maar daarna moeten we weer een uur terug rijden omdat het doorsteekje richting de hoofdweg is weggespoeld door de regen. Ook de weg terug is inmiddels getransformeerd tot een langgerekt modderbad maar uiteindelijk komen we weer op de asfaltweg. Of beter gezegd: asfalt weg, want de meeste wegen in dit deel van Burundi zijn meer kuil dan asfalt. Hele stukken zijn weggeslagen en kapotgereden en op andere plekken zijn er kuilen zo diep dat een autowiel er volledig in kan verdwijnen. Gelukkig is omgeving mooi, Burundi is echt een prachtig land.










Onderweg in Burundi | Hangbrug bij de watervallen | Eén van de watervallen | Mooi uitzicht | Modderige weg | Asfalt weg | Wisselen van kant
Terug in Tanzania
Vanuit Burundi rijden we Tanzania weer in. Het is een rommelige, kleine grenspost met heel veel opdringerige geldwisselaars en een douanebeambte die nauwelijks een computer kan bedienen. In Tanzania gaan we weer terug naar de linkerkant van de weg en kunnen we weer Engels spreken in plaats van gebrekkig Frans. We hebben besloten dat we toch nog terug naar Kaapstad willen rijden de komende weken en dus voert de route naar het zuiden. Het is een afgelegen hoek van Tanzania, maar tjonge, wat ís Tanzania toch mooi. Spectaculaire vergezichten, valleien met palmbomen en wegen die sierlijk door het landschap kronkelen. We overnachten op een mooi plekje aan het enorme Tanganyikameer en nemen nog even duik voordat de zon ondergaat.
De volgende dag vullen we de voorraden aan en rijden verder naar het zuiden. De weg is onverhard en door de regen die bijna de hele dag valt is het een grote blubberboel. Urenlang glibberen we over de roodbruine weggetjes, waterstromen steken de weg over en veroorzaken diepe geulen. De onderste helft van de auto is aan het eind van de dag bedekt met een dikke laag modder. Maar net als de dag ervoor breekt de zon aan het eind van de middag door, waardoor we droog kunnen kamperen. Op het moment dat we gaan eten komt er een invasie van vliegjes op gang, die als een magneet naar het licht worden getrokken. Miljoenen vliegjes zwermen rondom alles wat licht geeft en storten vervolgens halfdood neer. We vluchten snel naar binnen, want pasta met vliegen is iets teveel fusion cooking voor ons. Na een paar uur is de ergste vliegenstorm voorbij en kunnen we nog even bij het kampvuur zitten, terwijl we luisteren naar de knorrende nijlpaarden in het riviertje voor onze tent. Dit soort momentjes, die gaan we ons nog heel hard herinneren als we over een paar maanden weer acht uur lang op kantoor zitten op een druilerige dag.






Uitzichten onderweg | Ministrandje aan het Tanganyikameer | Zonsondergang | Modderrr | Kamperen aan een riviertje
Krokodil
Op weg naar het zuiden volgen we min of meer de kust van het Tanganyikameer en dus is onze laatste stop in Tanzania aan dat meer. Hier zien we Nicki en Dave, die we al een paar keer hebben ontmoet deze reis, voorlopig voor het laatst. We roosteren vis op de barbecue en proosten op het fantastische avontuur dat we beleven in Afrika. De laatste avond eten we op het strand. Terwijl de zon ondergaat zien we vlak naast ons af en toe een krokodil met zijn snuit boven het wateroppervlak uitsteken. Jep, dit is hetzelfde meer waarin we een paar dagen geleden nog hebben gezwommen. Maar hé, dat is allemaal onderdeel van het avontuur. Voor het laatst deze reis zien we de zon zakken in Congo. Het leven is goed.
De volgende dag nemen we afscheid. Nicki en Dave gaan richting Malawi, wij naar Zambia. Op mijn verjaardag krijg ik een paar stempels, net als vroeger op de basisschool, maar dit keer in mijn paspoort. Helaas is de douanepost onbemand en de stempel is met de douanemeneer mee naar huis gegaan. Om het Carnet de Passage, het paspoort van onze auto, te laten stempelen moeten we naar het eerstvolgende dorpje, op een half uur rijden van de grens. Op een parkeerplaatsje ontmoeten we daar de juiste meneer, die op zijn slippertjes aan komt lopen en de juiste stempel in het juiste document zet. Met de cake die Ellemieke de vorige dag heeft gebakken vieren we ’s avonds onder een heldere sterrenhemel toch nog een beetje mijn verjaardag. Het is bovendien mijn langste verjaardag ooit, want door de grensovergang zijn we ook weer in een andere tijdzone terecht gekomen.




Onderweg naar het meer | Bootjes bij het strand
Regen, regen, regen
Toen we vorig jaar Zambia bezochten, was dat midden in het droge seizoen. Een halfjaar later is het landschap weliswaar in een andere kleur gehuld, maar nog steeds niet erg boeiend. De superaardige mensen in dit land maken gelukkig veel goed en er zijn heus wel mooie plekken in Zambia. Zoals de Kapischya Hotsprings, waar we met een koud drankje het warme water in glijden. Hier ontmoeten we ook diverse andere overlanders, zoals het olijke duo Helen en Tanya die in een oude Mercedes-Benz door Afrika reizen, en Troy en Kezia uit Nieuw-Zeeland.
Het mooiste stukje van Zambia is misschien wel de Mutinondo Wilderness, waar we midden in de natuur kamperen en eindelijk weer eens kunnen wandelen zónder gids. Het is een prachtig gebied, met grote grijze rotsen die als walvissen uit een groene zee oprijzen in het landschap. We beklimmen twee van die bulten zodat we een prachtig 360-graden-uitzicht over de omgeving hebben. Zover we kunnen kijken zien we groene wildernis.











Uitzicht op oneindig groen | Rijden door de wildernis | Onweer | Kamperen in de natuur | Wandeling door Mutinondo Wilderness
Het is een mooi stopje tussen een aantal lange rijdagen in, waarin we met de Top 2000 op shuffle Zambia doorkruisen totdat we weer terug in Lusaka zijn. Dit is het enige stukje van de route terug dat overlap heeft met de heenreis. We zijn daardoor ook weer terug op het fijne plekje Lukasa van de Nederlandse Harry en Geke, waar we ons inmiddels thuis voelen.
De komende weken reizen we verder door naar Zimbabwe en hebben we wat tijd om het oostelijke deel van het land te bezoeken. Vanaf daar gaan we in een rechte lijn door naar Kaapstad, naar het startpunt én het eindpunt van onze reis.

Onze route in chronologische volgorde: Lake Bunyonyi – Kigali – Lake Ruhondo – Volcanoes NP – Nyungwe – Gitega – Karera Falls – Tanganyikameer – Katavi – Nog een keer het meer – Kapischya Hotsprings – Mutinondo – Lusaka
Omg jullie waren in Mutinondo!! Veel sweet memories!! Een van de mooiste plekken in Zam inderdaad!
Sterkte in de regen. Hoor dat t errugg veel is dit jaar…..
Genoten van verhaal en fotos weer! Safe travels!
De hoeveelheid regen verschil erg per regio dit jaar. Het wordt alweer wat minder vanaf nu. Mutinondo was echt prachtig!
Wat een heerlijk avontuur. Kan je in ieder geval zeggen dat je met krokodillen hebt gezwommen 😉
Haha, ja dat is weer eens wat anders dan met dolfijnen 😉
Haha ja precies
Begrijp ik het goed dat je het (ons) mooie Mozambique ‘links’ laat liggen? Een groet uit Djonasse (Matola-Rio).
Een mooie reis en een mooi verslag. Veilige thuisreis naar Kaapstad.
Ja helaas slaan we Mozambique over dit keer. We hebben het 7 jaar geleden bezocht, erg mooi land!
Wat een heerlijk verhaal weer om te lezen! Echt genieten. En dan als jullie straks weer thuis zijn maar eens filosoferen over de vraag waarom we/jullie hier zijn ;). Liefs!
Dank je wel! Dat lijkt me een uitstekend idee, met een flesje wijn ☺️
Hi Ellemieke en Bob, weer met plezier het verslag over jullie avonturen gelezen. Wat maken jullie een bijzondere reis. Dit zullen jullie nooit vergeten. En wat fijn om ons mee te nemen door het mooie Afrika. Veel plezier nog jullie laatste periode.
Dat gaan we zeker nooit meer vergeten inderdaad! We maken er nog een mooie maand van, en dan.. tot snel!